Kerstmis is een christelijk feest. Christenen vieren de geboorte van Jezus Christus. Kerstmis wordt gevierd op 25 en 26 december. Van oorsprong gaat het terug op de Germaanse viering van de winterzonnewende omstreeks 21 december, waarbij het boze werd verjaagd en de terugkeer van het licht werd begroet.
Bo had een hekel aan kerst. Dat kwam niet door kerst zelf, maar meer door haar moeder. Die had beloofd nog de kerst er te zijn – beloofd dat ze er gewoon nog wat van zouden maken. Het was niet gelukt. Zo als zo veel dingen dat jaar niet meer waren gelukt. Haar vader wist zich er daarna geen raad meer mee – overleefde elke kerst weer tot de dames er maar niet meer naar vroegen.
Tijdens mijn dagen met Bo was er geen kerst in zicht. Hoewel momenten leken op een eeuwigheid was alles maar betrekkelijk kort. Toch had ik het met Bo over kerst gehad. Dat – omdat de sterfdag van haar moeder precies voor die aankomende periode was gevallen. Ze me iets had verteld dat ze niemand nog ooit had verteld.
De vader van Bo was destijds aangesproken door haar tante – de tweeling zus van de moeder van Bo. Ze had intussen al genoeg aan de zijlijn gestaan. Hij kon de twee dames niet langer thuis houden. Ze waren inmiddels al een week niet op school geweest. De kerst op school was een leuke en mooie periode. Wellicht een goed moment om ze weer even naar de werkelijkheid en iets van gezelligheid toe te trekken.
Het was een vergissing. Zie – haar tante leek sprekend op de moeder van Bo. En zij was nog nooit als tweelingzus op die school geweest. Het was dan ook niet gek dat het schoolplein begon te gonzen als een gek toen de dames daar met haar tante stonden. Ze ze afzette en daarna al snel weer ophaalde.
De klas van Bo was blij haar weer te zien. Het leek allemaal goed te gaan tot een van de jongens zei dat ze een leugenaar was. Dat haar moeder niet echt dood was en dat hij haar heus wel had gezien. Bo probeerde het nog uit te leggen. Tussen alle emotie nog iets te zeggen. Het lukte haar niet. Het eindigde in een krabben en bijten tussen keurig aangeklede medeleerlingen op de linoleum vloer van de Bos en Duin in Bloemendaal.
“Gaat het?”, vroeg ik. “Jawel”, zei ze. “Ik wil dit helemaal niet vertellen. Waarom moet je nou altijd zo dramatisch al die vragen stellen?” Ik was mij van geen kwaad bewust. “Dit hoort toch gewoon bij je?” Bo gromde. “Dat wil ik helemaal niet. Ik wil helemaal niet dat dat bij mij hoort!” Het waren momenten waarop ik binnen een uur weer op de fiets zat onderweg naar huis. Dat – en dan twee uur later weer werd gebeld of we nog iets gingen doen.
Bo had geprobeerd zijn ogen uit te krabben. Blind van woede was ze. Zij en dit gezin werd niet lang daarna onder zorg geplaatst van een organisatie die alles in de gaten hield. Alles – tot ver voorbij het basisonderwijs.
Het duurde bij Bo wel even tot kerst het boze kon verjagen en de terugkeer van het licht kon begroeten. Heel lang. Het was pas toen haar man vroeg of ze een kerstboom konden neerzetten.
Ze hem daarvoor niet meer kon wegsturen. Hun jonge gezin er klaar voor was.
Ze zelf de geboorte van hun eerste dochter nog vers in het geheugen had. Een klein lief wonder op haar schoot lag en zij dacht: “Het is goed.”