In meer of mindere mate is het wisselen van de seizoenen bij sommige mensen van invloed op hun gemoedstoestand. Wellicht als gevolg van het geringe aantal zonuren kan de winter een bepaald soort neerslachtigheid veroorzaken. Wanneer deze neerslachtigheid ernstige vormen aanneemt, spreekt men van een winterdepressie.
Sommige winters duurde langer dan anderen. Op momenten dat zij al een tijdje weg waren. Je slechts kon nadenken over wat er was gepassseerd. De warmte van hun lichaam het meest effect zou hebben gehad. Effect op die winter, maar zij er niet meer waren. Op mijn winterdepressie die in vele opzichten enkel lachwekkend te noemen was.
Opzoek naar liefde in de winter is onmogelijk – onhandig. De natuur is er niet voor gemaakt. Te koud. Blauw – als alle kleur op je huid van de zomer is weggetrokken. Elke plek onbereikbaar is bij haar – door trui over trui. Elke hand die met moeite iets bereikt te koud is. Tenzij je de liefde al hebt. Kou kunt trotseren.
Abel was verdrietig. Het was toen hij zijn aller eerste sneeuwpop had gemaakt. Het was maar een kleintje. Duurde maar heel even – even toen hij bedacht had dat zijn sneeuwpop onmogelijk het eeuwige leven zou hebben. Tot zijn vader zei dat deze prima in de vriezer paste. Hij tot ver in de lente nog daar in lag. En Abel hem kon bezoeken. Tot aan de stroomstoring – helaas.
Liefde in de vriezer stopt elke houdbaarheidsdatum. Als ze zegt dat het voorbij is. Je nog maar net voorbij kerst in het licht van vuurwerk je eeuwige liefde had verklaard. Je in haar ogen keek en het antwoord daarop net te lang duurde. Je voelde dat deze winter misschien wel langer ging duren. Langer zonder haar.
Van de eerste tot de laatste zoen. Van het begin tot aan het eind. Van eerste keer tot laatste keer. Van wie je voor mij was tot wat je nooit meer voor mij kon zijn. Van lente naar zomer. Van herfst naar winter. Van liefde tot leegte. Van schrijven tot lezen. Van weer schrijven en gelezen worden. Van elke dag iets meer tot steeds weer iets minder.
Tot een meisje je een nieuwe tandenborstel geeft. Een ander meisje haar warmte deelt. Als een stroomstoring alles reset – alles
doet smelten.Vonken dat doen – vuur. Het nooit meer lijkt op te gaan.