Kristalkijken is een manier van voorspellen door middel van een kristallen bol of een ander reflecterend oppervlak. De kristallen bol zelf wordt eerder beschouwd als een middel om een vorm van helderziendheid te stimuleren die iemand al van nature heeft. De informatie die men op die manier verkrijgt – zo wordt beweerd – heeft betrekking op dingen die zich op een afstand of verder in de tijd gelegen bevinden.
Mooi is dat – staren bedoel ik. Ik ben ook een beetje helderziend. Het leven bestaat uit vallen en opstaan. Ik weet met honderden procent zekerheid te voorspellen dat ik een deze dagen weer ergens op mijn muil ga. Daar hoef je alleen geen helderziende voor te zijn. Het komt omdat ik staren kan. Staren en niet kijk waar ik heen loop. Naar iemand, naar iets. Naar iemand staren daar ben ik heel goed in, maar niet als ik ook wandel.
Staren naar die meisjes. Hoe het haar van Bo met een omweg – om haar linkeroor en er onder weer tevoorschijn kwam. Hoe de draken op de arm van Maureen altijd leken te wisselen van plek. Hoe de ogen van Marinda mij deden verzuipen – vaak een oog al genoeg was. Hoe ik op de bril van Nienke de waterdruppels kon tellen na de regen. Hoe Marieke haar hoektanden elke hap brood leken te ontwijken. Het water langs de buik van Ruth via een plukje tussen haar benen zich tot een straal water verzamelde. Hoe Lieke in diepe slaap haar ogen rolde en ik nooit meer in slaap wilde vallen. Alleen maar wilde kijken, naar de sproeten van Bella.
Jij weet niet hoe mooi je bent – dat maakt je nog mooier. Je weet niet precies wat mooi is aan je – ik zie ze altijd. Jij weet niet wat voor mooie dingen je zegt – ik hoor ze altijd. Jij weet niet wat je doet dat ik zo mooi vind – je doet ze zo vaak. Jij weet niet waar ik naar staar als ik dat doe – te vaak doe. Je wegduikt – rood wordt en langzaam weer tevoorschijn komt.
Een ding hadden al deze meisjes gemeen – ik kon staren naar ze als geen ander en ze aanbidden. Was het maar met een vooruitziende blik geweest- helderziend, dan had ik nog beter opgelet. Tot aan toen het ophield.
“Wat zit je nou te staren joh.”, zegt ze. “Sorry, jij bent zo mooi.”, zeg ik. “Jahaa”, zegt ze.