Gevonden voorwerpen is een verzamelterm voor al die zaken die het eigendom of persoonlijk bezit van iemand anders zijn en na verlies door anderen zijn teruggevonden. Het begrip wordt vaak gebruikt voor een afdeling of dienst waar zulke voorwerpen worden verzameld. Veel grote steden, vliegvelden en openbaarvervoerbedrijven hebben een afdeling voor gevonden voorwerpen.
Lieke had de mooie schoenen die ik mocht dragen in de Kersentuin bij de afdeling voor gevonden voorwerpen van het AMC vandaan geplukt. Ik weet tot op deze dag niet wat het verhaal is achter die schoenen. Of de man kerngezond wel het ziekenhuis heeft verlaten – het kan ook slechter zijn afgelopen. Ze hebben nog heel even bij Mariëlle in huis gestaan. Daarna stonden ze een tijdje in mijn kledingkast. Ik heb op een dag de bus gepakt naar het AMC en heb ze wederom bij gevonden voorwerpen ingeleverd.
Ik wist niet waar mijn hart was gebleven. Je kon het mij vragen maar ik had geen idee. Het moest ergens zijn blijven liggen. Misschien had iemand er wel van gehouden – het gehouden, maar ik had het niet meer teruggekregen. Bij het loket stond een enorme rij toen ik ernaar ging vragen – ik mijn aangifte wilde doen. Ik moet uren in de rij hebben gestaan met een leeg gevoel. Het kan altijd nog veel erger – de rij met gebroken harten was veel langer. Daar had ik ook al eens bij gestaan – voor die pleisters.
Toen had ik ineens een helder moment en stapte ik uit de rij. Ben ik terug gefietst naar huis en heb ik gewacht op jou. Je had het zo maar in je zak laten zitten zonder dat je het wist. Je had wel gemerkt dat je iets meer liefde voelde die dag. Alsof ik de hele dag in je zak zat. Wist jij veel. Je mocht het nog heel even knuffelen – nog heel even. Daarna moest het terug op de plek waar het hoorde.
Maureen is haar fietssleutel kwijt. Haar fiets staat voor de deur. Haar sleutel zit vast in haar jaszak. Toch is ze hem kwijt. Ze is uit bed gestapt. Druk aan het zoeken op voor haar logische plekken, maar ze is aan het dromen. Met een half naakt lichaam zoekt ze. “Wat ben je allemaal aan het doen joh.”, zeg ik. “Zoeken!”, zegt ze. “Kom je naar bed?”, vraag ik. “Nee, als ik mijn fietssleutel heb.”, zegt ze. Het wordt een lange nacht.
“Zullen we nadenken over de vakantie.”, vraagt Ruth. “Is goed”, zeg ik. Ik moet maar eens gaan zoeken naar mijn paspoort bedenk ik. Ik heb echt geen idee waar die is gebleven. En vakantiegeld ik heb straks vast een bak vakantiegeld!
Ik vind wel een oplossing!