De gedachte “Ik heb gefaald”, is een illusie omdat je eigenlijk bedoelt: “Ik heb toen iets gedaan dat ik nu anders zou doen.” Falen is sterk gekoppeld aan een schuldgevoel. Het heeft vaak te maken met het gevoel tekort te hebben geschoten naar andere mensen toe. Wijs mij één persoon aan die alles perfect doet. Wijs mij één persoon aan die iedereen tevreden houdt. In mijn beleving zijn ze er wel – maar zij faalde vast in iets dat ik niet heb gezien.
Natuurlijk faalde ik in mijn finale. In mijn laatste schriftje. Terwijl al mijn geschreven illusies tot niets dan woorden werden teruggebracht. Toen ik lag in een kamer met de armen van Ruth om mij heen.
We die avond na
een toneelstuk te laat op de klok keken – ik met haar meeging. Haar hand niet meer los had gelaten. Ik op een matras naast haar bed lag. Ze de lakens langs haar lichaam optilde en mij uitnodigde nadat we elkaar iets te lang hadden aankeken. Ik niets anders kon doen dan falen.Mijn schrijfblokade begon toen mijn neefje in de lente werd geboren. Ik verguld in zijn ogen keek en Nienke nog wel had gezegd hoe mooi hij was. Mijn zus erna langzaam mentaal weggleed in een huis dat nog vol op werd verbouwd. Voor de neus van een man die de bouwplannen in de gaten hield, maar zijn vrouw vergat. Mijn ouders hoopte op gewoon opa en oma zijn. Ik
Ik het mezelf niet kon vergeven – Nienke beter verdiende.
Verward werd ik wakker in een ruimte zonder gordijnen waar de luxaflex het zonlicht in exacte strepen de kamer door stuurde. Daar waar ik mijn schuldgevoel niet meer kon vervangen met mooie woorden in een schriftje. Mooie Ruth niet kon aankijken toen we samen douchte. Ze iets vroeg over alleen zijn. Ik mezelf niet herkende in wat ik zei.
Omdat ik niet alleen kon zijn. Ik niet alleen was geweest, maar dat wel eens tijd werd.