Schrijversblok is het tijdelijke onvermogen van een schrijver of componist om tot schrijven te komen. Het (creatieve) schrijfproces verloopt deels onwillekeurig. De schrijver is gedeeltelijk afhankelijk van factoren die niet onder zijn controle vallen, wat soms leidt tot een (tijdelijk) verlies van inspiratie. Men spreekt over schrijversblok als het om een flinke tijdsspanne van niet kunnen schrijven gaat. Wanneer het enkel gaat om een korte tijd (‘de angst voor de witte bladzijde’) gebruikt men de term niet, en evenmin als het gaat om een crisis die terug te voeren is op problemen van psychiatrische aard.
Nienke is te slim voor mij. Tenzij ik een leven als huisman ambieer zal het op weinig uitlopen. Als leuke vader van onze kinderen misschien. Natuurlijk ben ik gecharmeerd van alles wat ze zegt, maar ik had ook het enige dat ik haar kon leren al mijn eerste weekend weggegeven. Wat kon ik nu in godsnaam nog voor haar betekenen. Ik had het altijd van die meisjes die met meer bezig waren dan ik – of mij.
Hamster was niet een van mijn sterkste stukken. Het was wel de laatste pagina van mijn schriftje, mijn schrijversblok – ik ben begonnen aan een nieuwe. Mijn laatste schriftje. Het laatste waar ik nog in heb geschreven tot aan het moment dat ik mijn Simone leerde kennen. Stopte met schrijven en begon met opletten. Ik had wel opgelet, maar niet zo goed als ik dat nu doe. Ik let nog steeds op. Als ik iets nieuws schrijf – staat haar naam er boven.
Het was een verwarrende dag – ochtend voor Nienke. Haar broertje was haar kamer in gestormd en wilde graag zijn verhaal kwijt – over zijn nieuwe vriendinnetje. Nienke had hem weer weg gestuurd ik lag nog naast haar en was gelukkig toch nog in slaap gevallen. Die hamster ook trouwens. Ze was in de keuken begonnen met voorbereidingen.
Ik had het anders bedacht – gedroomd had ik het. Ik had mijn hart ingepakt – voor de zoveelste keer – met eens strik. Ik maakte haar wakker met een kus. Een hele lange. Alles klopte. Ze pakte het cadeautje uit – bekeek het van alle kanten. “Hier word je vast oud mee.”, zei ze. Ze hield het omhoog zodat de hele anatomie klas het kon zien. Daarna legde ze het op een weegschaal en schreef ze het gewicht op. “Gemiddeld”, noteerde ze erbij.
Ik moet beter opletten – opletten is wat ik moet doen. Wegen moet ik en wikken. Ik hoor hier niet. Niet tussen deze studie van mensen – studenten. Ik was daar ooit, maar hoor hier niet. Het is best gezellig, maar Wouter heeft meer te vertellen dan ik. Wat had ik dan bedacht? Dat Nienke maar iedereen naar huis zou sturen. Omdat ik had bedacht dat ik was waar alles om draaide.
Nienke had mij gevraagd of ik nog bleef slapen die nacht, maar ze moest maar kiezen vond ik. Die hamster eruit of ik. Tevens moest ik de volgende dag mijn ochtenddienst starten.
Ik gaf haar een kus. Wat is ze er al goed in. “Wat is er?”, vroeg ze. “Niets”, zei ik. “Moe – ik ben gewoon moe.” Nienke tikte tegen mijn neus. “Kop op.”, zei ze. “We bellen morgen goed?”