Volgens het UNESCO-manifest inzake openbare bibliotheken zijn openbare bibliotheken een basisvoorwaarde voor levenslang leren en het onafhankelijk nemen van beslissingen en de culturele ontwikkeling, en zijn ze daarom nodig om burgers in staat te stellen hun democratische rechten uit te oefenen en een actieve rol te spelen in de samenleving. Studenten in Amsterdam hebben gratis toegang tot de bibliotheek voor hun leerwerk en vragen.
Er was al een ding dat mij tegenstond bij Nienke – het was haar bomvolle agenda. Ik had het al gemerkt toen ik ons eet afspraakje probeerde te maken. Het was lastig en kon met wat schuiven wel op die donderdag. Het gekke was wel dat ze toen ineens wel eerder kon dan verwacht. Ze had zo lopen schuiven met afspraken dat er toch een soort gat viel.
Ik was een egoïst. Het had niets met haar te maken, maar met mij. Toen ik dat eenmaal door had ging het al snel beter en eigenlijk viel het voor dit weekend allemaal best mee. Die zaterdag hadden we afgesproken bij mij thuis, maar vrijdag avond hadden we afgesproken in de Openbare bibliotheek in Amsterdam. “Als je nou een lijstje maakt met dingen die je moeder leuk vind qua muziek dan kunnen we zaterdag een geweldig bandje maken.”, zei ik.
Vrijdag ging ik meteen uit mijn werk door naar Amsterdam waar ik achter op de fiets bij Nienke mee reed naar de Prinsengracht. We hebben denk ik uren rond geneusd in de muziek collectie, maar ik ging ook opzoek naar boeken van Oliver Sacks. Ik las voor uit stukjes. Nienke kende het wel. Het was fijn omdat ze tegen mij aanhing.
We hadden een lijstje met voornamelijk klassieke stukken. Haar moeder speelde piano en was gek op Chopin, maar we hadden ook een cd gevonden van de Aida van Verdi. Verder stond er Billy Joël op de lijst en Randy Newman, dat had ik alleen wel zelf in huis. Nienke had zorgvuldig een aantal dingen voorzien van een kruisje – onderaan stond: “kruisje betekend – bij Jeffrey in de cd-kist.” Nienke had een aantal namen al in mijn collectie gespot.
Nienke was meegelopen naar het perron. “Dat was gezellig.”, zei ze. “Ja”, zei ik. Ze had de zaterdagochtend nog verder ingeplant om te schrijven aan haar scriptie. Haar leven leek in alles wel tien keer complexer dan dat van mij. “Kijk maar hoe laat je morgen vertrekt dan haal ik je op.”, zei ik. “Is goed.”, zei ze.
Ik was met Abel en Teun naar de Naturalis. Abel had een vriendinnetje in zijn klas die ging naar de koorschool en van zijn school af. Het was ‘Klokhuis vragendag’ en er zaten allemaal studenten van de universiteit die je vragen kon stellen. We stonden voor een meisje – ze leek een beetje op Nienke. “Wat is je vraag jongeman.”, zei ze. Abel zuchtte – “ik durf het niet te vragen.”, zei hij. “Je kunt me alles vragen hoor”, zei ze. “Oke”, zei hij. “Mijn vraag is: hoe kan het dat je je hart breekt?” Het meisje keek mij aan. “Hoe oud is uw zoontje, zei u?”, vroeg ze.
Ik wilde Nienke zoenen voordat ik de trein in stapte. Ik deed een poging, maar ze draaide net op dat moment haar hoofd. Het belande op haar wang en eindigde dicht bij haar oor. Haar bril besloeg een beetje. “Gaat het?”, vroeg ik. “Ja hoor”, zei ze. “Opvliegertje.”, zei ze. “Toch niet van mij?”, vroeg ik.
De conducteur blies op zijn fluitje. Ik stapte in de trein “Jawel”, zei ze. Toen sloten de deuren. Ik hield mij hand tegen mijn hoofd als een telefoon. “Bel je me.”, fluisterde ik. Terwijl de trein langzaam wegreed zag ik dat ze knikte.