Waardering is de waarde toegekend krijgen die bij je past. Op juiste waarde geschat. Het hoeft niet meer te zijn, maar zeker niet minder. De basisles is dat je verantwoordelijk bent voor eigen behoeften. Je moet zelf eten, zelf ademhalen, zelf drinken en je moet ook zelf slapen. Dat zijn de basisbehoeften. Zo begint je behoefte aan waardering ook bij zelfwaardering. Behoefte aan waardering begint bij de eigenwaarde en zelfrespect – bij zelfwaardering. Respect voor anderen helpt ook bij het krijgen van zelfrespect – het is onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Als basisbehoeftes worden aangetast is het lastig. Eerst was het zo dat wat er in de koelkast stond van ons was. Dat je alles mocht pakken omdat je samen boodschappen had gedaan. Je samen had bedacht wat je ging eten. Nu lijkt er een scheiding te ontstaan tussen wat er ligt. Koop ik wat ik lekker vind en leg ik het duidelijk niet bij de dingen van haar.
Ik ben vannacht weer niet thuis gekomen. Ik was met vrienden geëindigd in Amsterdam bij “the last waterhole”. Fleur was daar ook. Een vriendin van een van mijn vrienden. “Jij ben toch Jeffrey?”, zei ze. Fleur had donker verwilderd haar en vuurrode lippen. Ik had eerder met haar in Vranrijk op de dansvloer gestaan. Ik heb toen bij haar mijn hele hart uitgestort daar. Ik had alles gemist om nog naar huis te kunnen.
Ik ben met Fleur naar haar studentenflat gewandeld tegen over het scheepvaartmuseum. Werd daar in de gezamenlijke keuken door medestudenten uitgehoord. Fleur nam immers nooit iemand mee naar haar kamer. “Laat hem toch met rust”, zei ze. Fleur had mij al eerder gespot toen ik met Marinda was. “Jullie waren zo’n leuk stel.”, zei ze. Ik had dat soort praatjes niet nodig. Totaal niet, maar Fleur was wel leuk.
Er is niets gebeurd hoor. Ik sliep naast haar in bed, maar helemaal verder niets. Misschien een beetje, maar we stopte het ergens en zijn in slaap gevallen. De volgende dag had ze de tafel gedekt met alles dat een sticker had met haar naam. Uit een koelkast met een nog duidelijkere scheiding in een echte uitgeleefde studentenkeuken. Toen ik wegging zei ze: “Jij bent veel te lief” Het was het laatste wat ik wilde horen.
“Waar was je.”, vraagt Ruth. Ik zwijg. Volgende week is onze laatste week. Dan staat er een zeecontainer voor de deur en is alles weg – ook de koelkast en Ruth. Ze is dan gewoon weg. Ik kan haar dan ook niet meer vragen waar ze is – dus nu hier – mag ze dat ook niet meer vragen aan mij.
Het mag niet meer.