Gist wordt bij de drankenbereiding vooral gebruikt vanwege het andere eindproduct, alcohol. In sommige wijnen (bijvoorbeeld champagne) en in bier vervult ook het koolzuur overigens een belangrijke rol. Niet alle suikers zijn door gist afbreekbaar; veel gisten kunnen bijvoorbeeld pentose niet verwerken. Bij witte wijn en rosé wordt de fase van gisting in een open kuip echter overgeslagen. Bij een concentratie van ca 100 miljoen gistcellen per ml wordt de gistkuip hermetisch gesloten en voltrekt het verdere proces zich anaeroob, waarbij door een waterslot het koolzuurgas wel kan ontsnappen, maar geen zuurstof kan toetreden.
Gisteren interesseerde me dit geen moer. Hoewel ik de theorie waardeerde vroeg ik mij af of iemand werkelijk nadacht over de complexheid van alcohol als hij of zij het dronk. Ik dronk nooit dingen door elkaar, maar gisteren moet een uitzondering zijn geweest.
Gisteren had ik met Wilbert afgesproken – we zijn de stad in gegaan en hij is aan het einde van de avond midden in een gesprek voor mijn neus in de kroeg in slaap gevallen. Ik word wel dronken, maar het is zeldzaam als ik zelfs de basis dingen niet meer onder controle heb. Ik heb Wilbert met een hand aan zijn stuur naar huis gefietst en ben toen zelf ook naar huis gegaan. Het ging eigenlijk best goed tot ik thuiskwam.
Gisteren had ik denk ik alle sleutels aan de bos geprobeerd. Geen enkele paste – probeerde ik het nog maar een keer. Ik herkende ook de sleutelhanger van Bert en Ernie niet – op een helder moment heb ik in mijn andere zak de juiste bos sleutels tevoorschijn gehaald. Die van Wilbert had ik vast bij mij gestoken toen ik hem op het bed had uitgekleed en hem had ingestopt – de deur had afgesloten met de intentie zijn bos weer in de brievenbus te doen.
Gisteren toen ik eenmaal binnen was ging het al snel bergafwaarts. Omhelsde ik mijn grote vriendin het toilet. Ben ik daarna onder de douche gaan staan. Dat hielp. Ruth kwam even checken toen ik met natte handdoek op de bank zat te schrijven met een glas water.
Gisteren was ik niet eens eerst thuisgekomen – had ik niets van mij laten horen. In de drukkerij hadden ze na een dag werken de gewoonte het bier in het waterbakken van de offsetpers al te koelen. Ik ben echt als een torretje het pand uitgewandeld. Langs het hek waar mijn eerste zoen met Ruth nog steeds voelbaar was. Besloot toen zo naar de botermarkt te fietsen en heb Wilbert gebeld in een telefooncel daar.
Ik heb altijd het gevoel dat ik geaard ben in het moment. Dat ik hoor te zijn waar ik ben. Dat was gisteren niet – ik was het even kwijt. Ik hoorde hier niet. Ik geloofde er niets van. Dit kon allemaal niet de bedoeling zijn – gefuckt was ik. Ik had slaande ruzie gehad met mijn collega op de afdeling. Daar moet je erg je best voor doen, hij is de ‘zen’ zelf. Hij draait geen ploegen, maar mag altijd de ochtenddienst overnemen op vrijdag dan kan hij eerder naar huis. Dat was een goed idee – even eerder naar huis. Het maakte mij inmiddels niet uit hoe laat ik naar huis ging.
“Gaat het?”, vraagt Ruth. “Nope”, zeg ik. “Waar was je?”, vraagt ze. “Met Wilbert weg.”, zeg ik. Ruth kijkt mij aan en bijt op haar onder lipt. Ruth heeft zulke mooie bruine ogen – beetje groen. Het lijkt net of wat er in zit draaikolken maakt om haar pupil – of is het gewoon mijn hoofd dat draait? “Kom je naar bed?”, vraagt ze. Dit is allemaal niet de bedoeling. Ik moet eigenlijk “Nee” zeggen. “Nee” en “Laat me met rust.”, maar het lukt niet. “Ja, ik schrijf dit nog even af.”, zeg ik
Gisteren lag Ruth boven in bed op mij te wachten – ze was zo mooi. Naar de klote was ik – ging ik weer, maar het interesseert me geen moer.