Over het ontstaan van de maan bestaan vele meningsverschillen. De beste theorie vandaag houdt het op een botsing, kort na het ontstaan van de aarde. Die veroorzaakte een wolk van brokstukken, die een baan om de aarde vormde. Het puin klitte samen tot grote stukken die daarbij opwarmden. Het resultaat was een groter lichaam dat afkoelde en de maan werd. De getijden op onze aarde worden veroorzaakt door de aantrekkingskracht die vooral de maan en in mindere mate ook de zon – hebben op de oceanen van de aarde. En wellicht ook op ons.
De maan is vol. Ik geloof er niet zo in, maar ik slaap al een tijdje voor geen meter. Mensen vragen waar ik mijn tijd vandaan haal dit te doen. Hier is je antwoord. Het is dat of het feit dat ons mannetje in huis een krantenwijk is begonnen en we allemaal om 5 uur op zijn als hij ze bed uit rolt. Hij probeert heus stil te zijn, maar bij mij komt toch een soort instinkt naar boven dat alles in dit huis hoort. Een volle maan zorgt voor onrust – vast – na Marinda was het best lang volle maan. Nu blijkbaar ook.
Het is niet eerlijk als ik meteen na Marinda begin over Simone. Eerlijk naar anderen. Er zitten nog twee tussen haar. Nou ja, twee die opmerkelijk zijn dan.
Hou vol…
Ik had mijn verjaardag in dat jaar dus alleen met mijn ouders gevierd, maar in november had ik samen met een van mijn vrienden het stilletjes over gedaan bij hem thuis. Een beetje. Toen had ik Ruth al ontmoet. Had zij mij duidelijk gemaakt dat ik wel leuk was, maar dat het niets zou worden. We hadden de dag na die opmerking een strandwandeling gemaakt, waarin ik vroeg of ik wel mijn arm om haar heen mocht slaan. Aan het einde van die dag was ze toch weer op andere gedachte gekomen. Dat wist ik niet.
Ze was op dat feest waar ook vrienden van Marinda waren. Vriendinnen van Marinda die op een of ander manier de aandacht van mijn vriend hadden gekregen en inmiddels verweven waren met hem. Marinda wist daardoor van het feest en was verbolgen over het feit dat ze daar niet was.
Toen Ruth zei dat ze vertrok van het feest vroeg ik of ik met haar mee mocht fietsen. Ik wilde even weg van het feestje en die vriendinnen. Er was natuurlijk allang iets anders aan de hand – een spanning die ik wel voelde maar niet sloot met “Je bent een leuke jongen maar…”
Bij haar deur stonden we heel lang te praten toen ze voorstelde even te gaan wandelen. We liepen de Waarderpolder in en eindigde bij de drukkerij waar ik toen werkte. Bij het hek was ons doel bereikt en was de spanning te snijden. De zoen die toen volgde is daar nog steeds voelbaar bij dat hek – ik weet het zeker. Ik hoef er alleen maar heen te lopen.
Ruth was een opluchting na Marinda, ze werkte net als ik maar deed ook een opleiding. Was doelbewust bezig en niet te complex. Ik trok het niet meer – complex.
Het moet een paar weken later geweest zijn dat ik haar in het Patronaat mijn sleutel gaf. De sleutel die Marinda samen met een 24 kantje gevulde brief in een envelop had teruggestuurd na het feest. Het gewicht van die sleutel voegde weinig toe aan het totaalgewicht van haar woorden – in dat bewuste slotstuk.
De maan is inmiddels een stuk minder vol. Langzaam heel langzaam glijdt er iets van mij af. Het was een meisje in een blauw ketelpakje – als een astronaut verdwijnt ze in de achtergrond – met een helmpje op – om haar te beschermen tegen een vacuüm – langs de sterren. Ze trekt niet meer zo erg aan mij als die volle maan dat eerder deed. Vrij van mij. Terwijl ook ik weg glij in het nieuwe. Ik ga haar missen – ik weet het zeker, maar dat mag ik – omdat ik weet waarom.
“Ik heb iets voor je”, zie ik. “De sleutel van mijn voordeur.” Ik gaf haar iets dat de hel avond brandde een mijn broekzak. “Je hoeft er niets mee, je mag ook gewoon naar huis gaan als je hier klaar bent, maar ik leg een T-shirt voor je klaar op de stoel bij de deur.” Ze keek mij aan, het was druk aan de bar en ze hield andere dingen ook goed in de gaten. “Ik heb ook een nieuwe tandenborstel voor je liggen, kijk maar wat je doet.”, zei ik.
Het was opmerkelijk, maar ik was gewoon in slaap gevallen die nacht. Tot ik de deur hoorde opengaan en ze zachtjes “Hoi” fluisterde. Ze zich uit kleedde en in mijn te grote shirt bij mij kroop.