Menselijkheid (ook wel humaniteit genoemd) is een maatstaaf betreffende bepaalde waarden en normen, die worden herkend en aanvaard als menselijke eigenschappen. Het betreft gewoonten, gedrag, behoeften en gedachtegangen. Het zijn kenmerken die specifiek worden gezien als die van de mens. Herkenbaar omdat bijna iedereen eraan voldoet. Menselijkheid houdt zich bezig met de vraag hoe mensen een aangenaam en gelukkig leven kunnen leiden.
Mensen kunnen mekaar het leven zuur maken. Het is een absoluut menselijk kenmerk. Ik had Marinda toen ik thuiskwam nog gebeld. Had de hele trein rit kunnen zitten op dat wat zij de hele dag al wilde zeggen maar niet durfde – uiteindelijk kon zeggen toen ik de trein in stapte. Ik had daar moeten blijven staan, maar ik had het niet gedaan. Zoveel vragen die ik had – achteraf – zoveel verwijten. Het is onvoorstelbaar hoe het menselijk brein dingen binnen een paar uur tot een niet te ontwijken gedrocht kan doen uitgroeien – een monster.
De jongen die Marinda omschreef was mij niet opgevallen. Hij was een paar keer op bezoek geweest bij iemand die ook een kamer huurde in hetzelfde pand als Marinda. Het was onschuldig – hij had gewoon gehangen bij haar in de keuken toen ze aan het koken was. Hij had iets te dicht bij haar gestaan. Ze had hem opzij geduwd en was met haar bordje naar haar kamer gevlucht. Marinda was eerlijk en trouw, wat ze had verteld op het station was verwarrender voor haar dan voor mij.
Maar ik kon niets met haar eerlijkheid en dus moest ik het afstraffen. Hoezeer ze mij ook verzekerde dat het niets voorstelde. Dat ze niets wist van hem en het er niet toe deed. Dat ze gewoon mij miste. Het was allemaal gezegd, maar ik deed er niets mee. Ik kan zeggen dat het iets sloopte, maar ik deed dat gewoon zelf. Mijn jaloezie om haar eigen keuze, haar Arnhem, haar vrienden – waar ik niet aan deelnam was nu de drijfveer van alles, al mijn boosheid.
Ik wilde dromen dat ik je miste omdat ik niet kon slapen. Zodat ik wakker kon worden naast jou en je er gewoon was. Ik kon het willen maar het was een menselijke methode – je was er echt niet. Ik wilde terug – terug naar het moment dat ik je voor het eerst miste. Daar waar ik wist dat het gewoon was voor maar heel even – dat alleen. Ik zeker wist dat je daar gewoon weer terugkwam. Ik het nu niet meer echt wist met zekerheid – niet in het nu.
Mensen kunnen alleen maar terugkijken. Ze hebben zo veel kansen vooruit te kijken, te plannen, op te letten, maar ze vertikken het. Omdat er altijd iets net even anders is gegaan – je het nu nog wil veranderden terwijl het al is gebeurd. Want het is zo heerlijk te verkrampen in de dingen die je niet hebt gezegd – de dingen die je nooit hebt gedaan, de dingen die je hebt onthouden – geturfd en opgeborgen of verborgen.
Als een mens in het nu – met zijn rug naar de toekomst, kijkend naar het verleden.
Let op!