Deze naam is afgeleid van de Hebreeuwse naam Simeon, die zoveel betekent als “luisteren”. Luisteren is moeilijk – het is het meest moeilijke dat er is. Zelfs als je heel goed denkt te luisteren kun je dingen horen die er niet zijn. Ik hoor constant dingen die er niet zijn. Bij het luisteren is het lastig om neutraal te blijven; elke waarneming lijkt te zijn gestoeld op de in het verleden opgedane ervaring met een opkomende associatie met de huidige gebeurtenis. Wat onze 5 zintuigen ons ook vertellen, horen, zien, proeven, voelen en ruiken. Het menselijk gevoel speelt altijd een grote rol.
Soms moet je luisteren naar je gevoel. En een tekst eerder uitbrengen dan je wilde.
Simone kan heel goed luisteren en hoewel ik weet dat haar gevoelens haar altijd in de weg zitten – laat ze die niet snel zien. Ik kan daar inmiddels wel door heen prikken, maar het blijft opletten. Simone leerde ik in het Patronaat kennen toen ik op geen enkele manier opzoek was. Ik was teleurgesteld die dag – heel erg teleurgesteld.
In de natuur. Mijn zus was de dag ervoor opgenomen in het ziekenhuis – gestopt in een hokje met enkel een matras en voor de rest helemaal niets. Na de geboorte van Tomas was ze zo in war geraakt dat ze niet voor zichzelf en niet meer voor haar pasgeboren zoon kon zorgen. De dag dat zij werd opgenomen was ons hele gezin in rep en roer. Het breekt je hart iemand zo te zien wegglijden. De dag erna was het Koninginnedag en ik had mijn afspraken voor die dag in Amsterdam afgebeld.
Ik had nauw contact met mijn ouders. Mijn moeder snapte mij maar zei ook dat Seline in goede handen was – dat ik er niets aan had thuis te blijven en gewoon mijn plan moest trekken. Een goede vriend van mij had gevraagd of ik mee wilde naar het Patronaat. Was het niet voor wat mijn moeder had gezegd – dan had ik Simone wellicht nooit ontmoet. Dat is in mijn moeders geval nu het meest dubbelzinnige dat ik kan schrijven.
Simone gooide mijn biertje om toen ik langs liep en haar vriendin wees haar daarop. Tijdens het halen van een nieuw biertje, na aandringen van haar vriendin, raakte wij aan de praat. We hebben heel lang gepraat aan de bar. Tot ze weer wilde dansen. Er was toen heel even een moment dat ik haar kwijt raakte op de dansvloer – een andere jongen was haar druk aan het versieren. De moed zakte mij in de schoenen toen ze ineens voor mij stond en mij een zoen op mijn wang gaf.
Ik heb haar die avond gevraagd of ze en kopje thee wilde drinken bij mij thuis en ze is niet meer weggegaan. Nooit meer. Ik wist het meteen. Simone had misschien wat meer tijd nodig, maar na dat weekend was het wel duidelijk.
Ik kan dromen wat ik wil, maar word altijd wakker bij haar. Wakker als zij nog slaapt en dan kijk ik en hoor ik haar. Het zou inmiddels de gewoonste zaak van de wereld moeten zijn, maar het blijft nog steeds zo bijzonder. Alsof ik niet meer hoef te dromen – het naast haar zo’n verspilling van tijd lijkt. Zo als zo veel dingen een verspilling zijn.
Ik droomde dat ik onder jouw bureau zat en hoorde hoe je lesgaf. Hoe de kinderen in jouw klas geen enkel besef hadden hoe goed je dat deed. Je meer verdiende – zo veel meer. Je jezelf inzette – ik zag hoe de energie verdween naarmate de dag verder verliep.
Ik zag het, maar de kinderen merkte niets. Ik zag je een tas inpakken aan het einde van de dag met stapels schriftjes. Ik zag hoe je je spullen opruimde. Je je telefoon pakte en mij een berichtje stuurde. “Ik ben onderweg.”, tikte je. Je kon het allemaal nog.
Ik ben toen nog even blijven zitten onder jouw bureau. Om de stilte even in mij op te nemen – om het mee te nemen. Zodat ik deze jou kon geven – even een beetje stilte voor in je hoofd. Stilte van een leeg klaslokaal.
Een lokaal zonder verwachtingen, zonder vingers – zonder vragen en hunkeringen naar nieuwe dingen. Zonder ouders met hoge verwachtingen, zonder de kaders – de statistieken, maar alleen de stilte die jij zo verdient. Heel even en dan morgen weer de drukte. Voor jou is het een enkel punt.
Alles wat ik heb is met haar en er is niets dat ik niet zonder haar wil hebben.
De moeder van mijn kinderen is juf – en zij is er zo goed in. Zij zou dit werk niet kunnen doen zonder dat ze niet een beetje meer oprecht was dan anderen op deze wereld. Ouders kunnen haar afrekenen – niet accepteren, maar zij staat altijd voor hun kind klaar. Dit per definitie zou elke acceptatie moeten forceren. Bij elke moeder en elke vader.