Hoewel er badpakken voor zowel mannen als vrouwen bestaan, worden ze vooral door meisjes en vrouwen gedragen. Het badpak is voor vrouwen een alternatief voor de bikini, terwijl mannen in het Westen meestal een zwembroek of -short dragen. In zwemsport gaan mannen wel vaker gekleed in badpakken.
In de tuin van Bo was een zwembad. Wat ik er al over heb verteld
is alles wat ik erover kan zeggen. Ik heb er nooit in gezwommen. Dat is misschien gek, maar ook Bo heb ik er nooit in zien zwemmen. Bo vond het niks dat zwembad. Het was gedoe. Er was een tuinhuisje waar een douche was. Daar heb ik wel onder gestaan met Bo – heel vaak, maar niet omdat we in het zwembad hadden gelegen.Het was toen ze de auto had geleend en ze de auto na een kermis rit ergens geparkeerd had en zei, “Nu hier.” Bij haar in de auto zitten was spannend en ook doodeng.
Maar eerder ook als we van het strand af kwamen. Haar vader was klaar met al het zand dat deze dame altijd meenam in die moderne badkamer boven. Dus moest ze van hem altijd daar douchen a ls ze daar vandaan kwam. Dat maakte niet uit, dat kon dus daardoor – altijd samen. Het stond direct in verbinding met de garage en de fietsen. Als ik me helemaal de tandjes had gefietst.De enige buiten Simone die ik echt in een badpak heb gezien was Lieke. In ieder geval bewust. Het is vast anders, maar ik weet het niet meer en ik heb er niet over geschreven. Het was bij Bo, maar ook in het Mirandabad in Amsterdam. Dat was ook wel heel mooi, maar h
et mooiste was nog wel Simone. Simone die ik zwanger in een badpak heb mogen bewonderen. Wel drie keer met een ander kind. De gedachte dat er een kindje zwom in haar – terwijl zij zwom vond ik onbeschrijfelijk.Marinda heeft het over een nieuw badpak in haar brief. Ze heeft het gekocht nog voordat al haar energie verspild was aan het passen, meten en kopen van die nieuwe beha’s. Toen ze het kocht vond ze het nog heel leuk. Het was donker blauw met twee gelijke banden langs haar middel.
Het was nog maar 2 jaar geleden dat Marinda was gestopt met turnen. Dit badpak leek op haar turnpakje, maar legde nu accenten op de correcte plekken. Ze was bijna af.
Lieverd,
Ik was met mijn nieuwe badpak – jou boekje van Pooh, pen en papier en de strohoed van Ingrid naar het zwembad gelopen. Die jongens van het fietsenhok waren daar ook. Ik was gaan liggen op zo’n ligstoel. Zo een die niemand ooit werkelijk heeft geprobeerd toen ze hem ontwierpen. Ik dook onder mijn hoedje en in mijn boekje – mijn schrijfsels.
Een van de jongens ging naast mij hangen en vroeg hoe ik heette. Ik stak een sigaretje op, blies rook in zijn gezicht en keek hem aan “Jij mag vandaag niet met mij praten en de rest van mijn vakantie ook niet”, zei ik. Je had zijn gezicht moeten zien. Dat brengt mij tot iets anders, dat stoppen met roken komt maar langzaam opgang.
Ik had vanmorgen mijn oksel geschoren. Ik had allemaal spullen gehaald en een ijsje bij de park supermarkt. Mijn badpak lokte het uit. Er moest van alles weggeschoren worden – op die plekjes – daar. Ik was eerder in de veronderstelling dat ik niet zo erg behaard was, maar dit badpak had andere ideeën.
Het was echt een uitdaging. Mijn oksel hadden niet echt gehoeven maar ik was toch al bezig. Er begon iets te bloeden onder mij arm. Pure weerstand – opstand was het – van mijn huid. Ik wist toen vrijwel zeker dat ik niet meer wilde zwemmen. Het jeukt nog als een gek.
Bij Gods gratie heb ik uiteindelijk mijn benen langs de kant van het zwembad in het water laten zakken. Ik zat er nog maar net toen een van jongens langs liep en mij in een kleine zet het water in duwde. Het was niet erg – het was eigenlijk wel grappig natuurlijk, maar weet je – het was echt zooo niet zijn dag – daarna.
Stampvoeten liep ik naar hem toe met een drijfnatte strohoed in mijn hand. Het zag er waarschijnlijk belachelijk uit, maar het was niet zo belachelijk als de zwembroekje van dit ventje. Ik wees er naar en ben keihard gaan lachen. “Mannetje” zei ik, “Dat was een keer – een keer, maar nog een keer zou ik niet adviseren.” Ik bleef wijzen. “Want dat – geloof mij – dat wat daar hangt achter dat zwembroekje, hoe minuscuul ook, schop ik er dan in een keer af!” Stampvoeten liep ik weg. Ik heb ze niet meer aangekeken.
Ik heb mijn handdoek gepakt en heb mij afgedroogd. Daarna heb ik het boekje uitgelezen.
Weet je mijn badpak zit als gegoten. Ik ben als een pakje dat zegt wat er in zit – zonder één enkel woord. Jij mag het raden en als je het goed hebt, mag je het hebben.