Op Terschelling komt de cranberry of Amerikaanse veenbes voor. Deze uit Amerika afkomstige plant belandde op het eiland nadat een vat met bessen in 1845 aanspoelde. Op Terschelling wordt de cranberry nog Pieter Sipkesheide genoemd, naar de vinder van het vat, Pieter Sipkes Cupido. De cranberry verwilderde en werd door botanicus Franciscus Holkema in 1868 ontdekt in een duinvallei met de naam Studentenplak. De pluk van cranberry’s is op Terschelling verpacht aan het bedrijf Cranberry Cultuur Skylge.
Ik hou van het Fries accent – het zangerige. Het is onlosmakelijk verbonden met Ineke en Akky en vakantieliefde. Andere liefdes. Ik vind dat elke gemiddelde jongen op een bepaalde leeftijd dient te smelten van dit soort meisjes. Het hoort bij opvoeding. Dit – met blonde haren, zangerig gefluister in je oor en zoenen op rode lippen als cranberry’s.
Het is geen toeval dat meneer Cupido deze vond. Geen toeval dat het vat met bessen in 1845 aanspoelde – recht uit de poorten van de hemel. En het eiland Terschelling voor de kust van Friesland en de voeten van al die bitterzoete meisjes.
Het plan,
Ik weet van een meisje dat werkte op een camping op Terschelling. Zij kwam ook uit Friesland. Ze droomde toen al van het zien van de hele wereld. Toen ze klaar was met haar school is ze gaan wonen en werken in Haarlem en verder studeren – sparen. Keihard sparen. Ze had een plan.
Toen kwam ze een jongen tegen, dat was niet het plan. Hij zag haar op de dansvloer en vroeg haar mee uit eten. Hij was wel leuk – wel aardig, maar niet zo leuk. Ze kende niemand, het leek haar wel een goed idee.
Ze had hem later wel duidelijk gemaakt dat het niets zou worden. Tijdens lange wandelingen in de stad en het strand. Hij snapte dat, het was daarna eigenlijk alleen maar gezelliger. Zijn relatie was ook nog maar net uit.
Ze was uitgenodigd op zijn verjaardag en toen hebben ze gezoend. Toen hij haar naar huis bracht. Ze had gewoon even wat meer tijd nodig. Het was een nieuw plan. Dat zag hij niet echt aankomen. Hij had het daarna weer zo te pakken.
Het meisje waar ze mee samen woonde ging het huis uit en hij trok bij haar in. Het was in begin heel leuk en gezellig. Prima te doen, huisje, boompje, ventje. Pas later kwam de onrust, het was na die vakantie in Griekenland. Onwennigheid – misschien lag het wel aan hem, maar misschien niet.
Ze had het gezegd “Ik wil nog zo graag reizen.” Hij snapte het wel, maar hij wilde niet mee. Hij bleef zo lief – zelfs toen ze alles doorzette – dat was moeilijk. Tot op de laatste dag, de dag van de container en alles verhuizen. Ze ging op reis.
En toen. Ze had wel iets van de wereld gezien maar het liep niet helemaal zo als ze wilde. Haar reisgenoot had heimwee en ze was te snel erna was ze weer terug. Ze ging na een tijdje weer werken, maar niet meer in Haarlem.
Ze had wel weer gebeld met hem. Ze hadden wel weer afgesproken. Zelfs gevreeën hadden ze, maar hij wilde het niet meer – niet meer samen. Er was iets kapot. Hij vertrouwde het niet. Het leven ging door, alles ging door en toen was het nu.
(02. Terschelling) Marinda lieverd,
Ik neem een zakje cranberry’s voor je mee. Jij met je Kriek – brrrr. Misschien zouden ze hier bier van moeten brouwen. We noemen het dan Cupido-bitterbier. Of is dat al een feit, heeft iemand dat al gedaan en gefaald?
Opvallend aan cranberries is volgens mij vooral de flinke bittere na smaak – dat is iets Fries denk ik. Bitter – als hoe de liefde voor Friese meisjes soms kan eindigen. Bitterzoet. Wellicht is het lastig te combineren met bier, maar ik neem toch maar een zakje mee.
Voor zo, ondewijl het zoenen. Ik wil je zoenen. Ik kan niet wachten.