In het lichaam komen ongeveer 60 elementen voor. Een doorsnee lichaamscel bestaat voor 65 tot 90% uit water, wat de hoge hoeveelheid zuurstof en waterstof verklaart. Daarnaast zijn koolstof en stikstof ook prominent aanwezig, omdat vrijwel alle chemische componenten in het menselijk lichaam organische moleculen zijn: grofweg proteïnen (aminozuren), vetten en koolhydraten. Je lichaam is een vochtig wonderland.
In de trein kijk ik Marinda aan. Ze is zo puur. Haar blauwe ogen tikken heen en weer terwijl ze naar het passerende landschap kijkt. Het is hypnotiserend – als blauw water dat slaat tegen de oever – heen en terug.
Op het perron had Marinda haar handen gewassen in het
toilet. Daarna gaf ze mij een hand. Gewoon zo. Als ik alles bij elkaar optel ken ik haar nu nog net iets meer dan een uurtje. Ik tel dan het gesprek in Lisse en het telefoongesprek mee, maar Marinda kent mij al jaren. Zo het lijkt. Die geeft mij gewoon een vochtige hand.“Het is water hoor.”, zegt ze. Ik moet lachen. Het geeft niet het is heerlijk. Uit het zijvak van haar tas steekt een boek. “Wat lees je?”, vraag ik. “De ontdekking van de hemel van Mulisch.”, zegt ze. “Moet van school. Deze staat niet op de lijst, maar ik ben nog aan het onderhandelen.”
Ik heb nog nooit iets gelezen van Mulisch. Zijn aanzien en arrogantie stak mij altijd een beetje. Ik weet niet waarom. Misschien wordt het een keer tijd, nu ik dit lees.
“Onderhandelen? M
oet je dat nog doen?”, vraag ik. “Ja, hij is net uit. Maar Mulisch moet wel lukken.”, zegt ze. Ik wil het uit haar tas pakken, maar Marinda houdt me tegen – watervlug. “Wat ga je doen?” Ik schrik een beetje. “Ik wil even de achterkant lezen.”, zeg ik. “Oké, maar niet in het boek bladeren hoor. Anders valt alles eruit!”, zegt ze. Uit het boek steken allemaal briefjes.“Waar gaat het over dan?”, vraag ik. “Ja doei, dat moet je zelf maar gaan lezen hoor. Dat kan ik toch niet allemaal gaan vertellen?”, zegt ze.
Ik weet het zeker. Marinda moet bij mij blijven. Ze past precies. Onder mijn arm of met haar hand in de mijne. En als ik week word – smelt van haar blauwe ogen, als al het water weggelopen is dan pas ik vast precies in haar broodtrommeltje.
Lekker compact.