De zon is onder. Haar haar is nat. Ze heeft haar kleren weer aangetrokken. Ik geniet hier zo van. Ik heb voor het eerste al heel lang niet gedacht aan mijn ex vriendinnetje. En ik heb misschien een keer iets geprobeerd over haar te vertellen. Het was in context met iets anders en totaal niet relevant. “Ga je nu iets vertellen over je ex?”, zei ze. “Dat lijkt me niet de bedoeling.” Ze heeft gelijk. Bo heeft alles ingenomen en Alkmaar is ineens zo ver weg. Dat is wel raar.
Het wordt koud. Er zit overal zand. Dat krijg je als niet van elkaar kunt af blijven in het zand. “Ik moet je nog iets zeggen”, zeg ik. “Ja, natuurlijk. Jij wil altijd wat zeggen.”, zegt ze. “Laat me nou even. Dit is belangrijk.”, zeg ik. Ik kijk haar aan. “Ik wist helemaal niet dat jij het was.”, geef ik toe. Ze is stil. Het duurt net even te lang. Lang genoeg om te bedenken dat ik iets heb gezegd wat helemaal niet duidelijk is.
“Dat wist ik al hoor”, zegt ze. Ik kijk haar aan. “Echt?”, zeg ik. “Ja, niet in bed hoor maar Peter heeft alles verteld. Maar alleen tegen mij. Tessel was naar hockey. “, ze balt haar vuisten “Maar ik hang hem op aan de hoogste boom als hij het tegen Tessel zegt en dat weet hij.” Ik geloof haar. “Die Peter.”, zegt ik. “Ach die heeft dan ook eens iets meegemaakt. Ik kende hem al toen poepte hij nog in zijn broek.”, voegt ze toe. Die gedachte is grappig maar ook storend. “Dat doet hij nog steeds van jullie volgens mij.”, zeg ik. Ze begint keihard te lachen. “Ja precies.” Komt er nog met moeite uit. Ze neemt een slok van haar wijn. “Maar het maakt niet uit.”, zegt ze, “Ik wist toch ook niet wie jij was.”. Het klopt als een bus.
Ik ben hier en ik hoor hier nu, bedenk ik. Ik wilde hiervoor al weken ergens anders zijn. En niet in het nu. Maar ineens zit ik er weer. Ik heb de regie.
Hoewel Bo is toch wel echt van de regie.
Want we gaan naar een leeg huis.
Haar kamer is gezellig en warm.
En ik mag haar tekenen.