Ik ben deze week al 2 keer alleen naar de sportschool geweest. Dat is inmiddels niet uitzonderlijk maar vooral opmerkelijk als je bedenkt hoe onhandig ik ben met de belachelijk apparaten en ontilbare voorwerpen die er staan uitgestalt. Het is waarom ik Bart vraag mij te bellen als ik een week lang niets van mij laat horen, hij is mijn eigen persoonlijke trainer en was deze week vrij.
Trainen met Bart is een leuke ware hel, als ik iets te snel op de klok kijk laat hij me weten hoe lang ik nog persoonlijk van hem ben. Als hij mij vraagt “heb je er zin in” is mijn antwoord vaak “nee” en denkt hij dat ik een grapje maak, het is niets persoonlijk.
Nadat ik woensdag met bankdrukken (https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Bankdrukken) ging tot ik niet meer kon, zo als Bart mij had geleerd. Kwam ik tot de praktische conclusie dat het best handig is als iemand je helpt als je het gewicht niet meer terug op de stelling krijgt. Ik rolde onhandig het gewicht langs mijn benen weg en draaide intussen om het gewicht weer terug te leggen. Laat duidelijk zijn dat ik inmiddels ondanks mij geweldige motoriek al aardig wat kan hebben maar als het op is, dan is het ook wel echt op.
Vrijdag had ik besloten hetzelfde te doen maar voordat de koek op was te stoppen, gewichten te wisselen net zolang tot ik er nog één kon en dan te stoppen. Bij het wisselen ben ik trouwens heel goed in staat zo’n schijf keihard op mijn tenen te laten vallen. Maar het ging goed tot er een enorm gevaarte mij vroeg hoeveel setjes ik nog ging doen. “Setjes? Ohw setjes, ik tel niet maar ga door tot het op is” zei ik. “Ik wacht wel” zei hij, ik keek om mij heen en weet inmiddels dat er meerdere plekken zijn waar je deze absoluut nutteloze handeling kunt doen. “Je kunt ook daar of achter in zaal” zei ik…..”Ik wil hier”, zei hij.
Langs de raam kant staan een aantal loopbanden waar je eindeloos op kunt rennen zonder ook maar iets te bereiken. Zelfs met een filmpje maar dat is alleen leuk tot die moeder met kinderwagen met dat vlaggetje je inhaalt en de rest van de rit voor je neus loopt.
Op de loopbanden staan 3 leuke dames te rennen, “aha”, zeg ik, “ik snap het al, jij wil indruk maken op de dames”, terwijl ik het zeg bedenk ik mij waar mijn beste vluchtroutes zijn. Hij vindt het niet grappig, de dames op de band moeten wel lachen. Terwijl ik opruim zegt hij “jij gaat toch ook hier”, “ja ik ga hier, want ik maak echt indruk” zeg ik. Terwijl ik mijn Dopper pak, stap ik op mijn bril. “Er valt voor mij weinig te zien hier” zeg ik.
Bij een andere oefening even later zie ik dat hij zo’n beetje alles dat ik om de beurt aan de stang hing tegelijk omhoog duwt, 2 oude mannetjes proberen inmiddels op de loopband een moeder met kinderwagen en vlaggetje in te halen. Mijn vermoeden is echter dat zij bewust langzaam achter haar blijven lopen.