Fluisteren is minder goed verstaanbaar dan hardop spreken. Niet alleen is het geluidniveau aanzienlijk lager, maar ook is het verschil tussen stemhebbende en stemloze medeklinkers aanzienlijk minder dan bij normale spraak. Zo is het onmogelijk om al fluisterend verschil te maken tussen de s en de z.
Snijders zijn klinkers, het liefst boven alles uit en zo luid als maar kan. Van A to Q en S tot Z. De oude generatie het liefst alleen dat, maar ik kan ook stil zijn en luisteren. Vooral vrouwen houden ervan als je luistert. Iedereen vind het fijn als je luistert, maar vrouwen nog het meest. Willen dat mensen luisteren is een goede eigenschap. Wat heeft het immers voor zin om iets te zeggen als niemand luistert. Zo kun je misstanden en fouten voorkomen.
Het grootste voordeel en dat is ook tevens het meest lastige, is dat je kunt kijken naar vrouwen terwijl je luistert. Ze kunt bekijken, observeren. Zonder dat ze dat ongemakkelijk vinden. Dat klink echt heel fout ik weet het. En toch, ik hou ervan naar vrouwen te kijken. Die van mij, maar ook die van anderen – van hun zelf. Het probleem is dan dat je niet over het hoofd ziet nog te luisteren.
Hij zei dat ik een vrouwen fluisteraar was. Dat ik iets kon zeggen tegen ze en ze gewoon luisteren. Ze aan mijn lippen hangen. Hij denkt dat in de perfect wingman ben. Dat als je mij meeneemt je verzekerd bent van een avond met vrouwen. Je dus gewoon profijt hebt van mijn aanwezigheid. Er geen enkele rede is mij niet mee te nemen.
Voordat ik een echte Snijder was, met klinkers en alles, was ik een stille noot. Had ik alle conversatie al uitgeschreven in mijn hoofd, maar nooit uitgevoerd. Stond ik voor haar en bleef elk woord in mijn keel hangen. Werd ik een luisteraar. Werd ik dat en had ik geen idee dat ik daarmee mijn superkracht ontsleutelde.
Over superkrachten gesproken ik was er van overtuigd dat ik er nog een had. Dat was dat ik mijn fouten kon zien terwijl ik ze maakte. Beetje belabberde kracht dat wel. Dan zoende ik haar na al het luisteren en ging wat volgde als één grote fout aan mij voorbij. Hoe lang het duurde, maar vooral hoe ze het eindigde in haar slot stuk. Exact en altijd tot aan wat ze als laatste nog kon opbrengen tegen me te zeggen. Lekker dan.
Simone houdt er ook van dat ik luister. Dat lukt me niet altijd. Dat komt omdat ik te veel naar haar kijk. Mijn gedachte haar meeneemt en ik vaak niets liever doe dan haar uitkleden. Die blik herkent ze meteen “hee joh”, zegt ze dan. Zij is verder ook totaal niet gevoelig voor mijn superkrachten. Geeft niets om mijn gefluister. Al helemaal niet als ik dat ongemerkt doe bij andere vrouwen.
Simone had mij een sleutel gegeven. Ik was door haar afgeleid. Er zat een rood bandje om heen “Rood van de liefde.”, zei ze. Het was zo’n mooi lieve opmerking. Ze zag aan mijn ogen dat ik er niets van had verstaan. “Hoorde je wat ik zei?”, zegt ze. “Ehm, ja.”, zei ik. “Herhaal dan eens wat ik zei?”, zegt ze en kijkt daarmee dwars door mij heen. Als een echte schooljuf.
En dan die andere superkracht natuurlijk, daar heeft ze helemaal niets aan. Ze heeft veel liever dat ik mijn fouten zie voor ik ze maak. Dat is natuurlijk bij elke vrouw met man zo. Dat die mannen dat zien. Als een eeuwige strijd. Als het verschil tussen stemhebbende en stemloze medeklinkers. Zij ooit voor het eerst iets zei en hij luisterde. Ze dacht, “hij maakt vast geen fouten, want hij luistert naar mij”. Jammer.
Ze inmiddels alleen maar fluisterde omdat ze toch niet echt gehoord werd. Het onmogelijk is om al fluisterend verschil te maken tussen de s en de z.