Filosoof Immanuel Kant betoogt dat ook de eigenschappen van het te beschouwen object (voorwerp) of persoon bepalen of het schoon is. Schoonheid of mooiheid is een idee of gevoel van aangenaam uiterlijk of innerlijk, uitstraling van een persoon, dier, (kunst)object, landschap of aangenaam geluid, in het bijzonder muziek. Schoonheid is niet volledig subjectief.
Er is dus geen twijfel. Schoonheid hangt af van “hij die naar haar kijkt”. Haar ziet zoals ze is. Voorbij aan het uiterlijk waar zij elke dag wel iets aan probeerde te doen – nog steeds. Dat wat hij ooit als allereerste zag, dat wat nauwelijks het oppervlak raakte van wat zij was.
Dat wist hij toen nog niet. Dat heeft hem wel wat tijd gekost. En nu nog – als hij niet oplet – mist hij de dingen die ze elke minuut nog toevoegt. Terwijl zij worstelt met alles dat haar uiterlijk niet verteld. Ze het weglacht. Elke porie in haar gezicht dat tegenhoud – als een verstopte vergiet. En toch zo mooi.
Het is al een tijdje zo dat mannen voorbij het uiterlijk moeten leren kijken. Ze zien wat ligt in de diepste van haar ziel. Dat wat vergelijkbaar is met het kleine meisje dat ze ooit was. Toen ze niet lette op wat ze droeg of hoe ze zich gedroeg. Ze niet in een keurslijf was geduwd, maar enkel was wat ze kon zijn. Open een eerlijk en nog mooier.
Er zijn vast manieren – foefjes om te weten wat ze bedoeld als je haar niet begrijpt. Ik heb ze lang niet allemaal onder de knie. Sommige wel. Zo weet ik dat ze in elke vraag die ze stelt allang het antwoord heeft verborgen – het zit verpakt in een keurig papiertje en enkel nog hoeft worden uitgepakt. Ik pak het lang niet altijd meteen uit.
Ik zou alles voor haar doen als ik het kon. Als ik alles toch begreep dat ik zou moeten doen. Het wist en kon doen. Ik er altijd pas achter kwam of enigszins een idee had toen ze me loslieten. Ze me nog een keer wilde zien. Niet om mij teleur te stellen – het erin te wrijven, maar te zeggen dat ik haar toch nooit zou begrijpen. Dat het niet aan mij lag. Dat ik mij daar best bij neer kon leggen. Zodat zij dat ook eindelijk kon doen.
Want het geeft niet. Ze vindt het niet erg. Zij weet het al een tijdje. Haar uiterlijk hoort de werkelijkheid te verbergen omdat niemand er op zit te wachten. Niet echt. Want als iets niet echt is blijft het draagbaar en kun je je niet vertillen. Mannen vertillen zich – elke keer weer. Dat is niet de bedoeling. Het is niet haar bedoeling.
Laten we het vooral draagbaar houden.