Waar ik op een of andere manier mijzelf kon verweren tegen een heel hockeyteam in een zwembad in Bloemendaal. Kan ik dat niet tegen Marieke. Zij prikt overal zo door heen. Als ik iets zeg stelt ze vrijwel altijd een vraag waarop ik geen antwoord heb. Ik vind het heerlijk. Marieke staat helemaal aan het andere eind van het spectrum van Bo. Haar ouders zijn niet rijk en wonen in een kleine arbeiderswoning in Heemstede. Dat lijkt een soort tegenstelling maar arbeiderswoningen die zijn er echt in Heemstede. Ze kijkt me altijd aan op een manier die lijkt te zeggen: “Wat zeg je nou?”. Het is ongemakkelijk. Ongemakkelijk is prima. Want weet je ik heb inmiddels al een paar keer in de trein met haar gesproken en ik geniet er zo van.
Ik ben een spons. Alles wat ze zegt herhaal ik meerdere keren in mijn hoofd. We hebben over muziek. Iets waar we allebei niet zonder kunnen. We hebben het over de kleur groen. Groen is namelijk de mooiste kleur die er is. Alle kleuren groen. We hebben het over Sci-Fi series en ‘Star Trek’ en ze weet veel meer dan ik. We zoeken mekaar op en buiten alles is ze vooral heel gezellig. Bo verdwijnt langzaam in de achtergrond. Vooral mij houding veranderd bij elke ontmoeting. Ik heb niets tegen Bo, Bo is nog steeds geweldig maar ik merk dat ik de laatste periode met een soort harnas het kopje op fietste. Niet om te vechten maar meer om mijzelf te beschermen en met een beetje lood in mijn schoenen.
Marieke vindt Bo niet leuk dat weet ik. Ik heb nog niets over haar verteld. In andere dingen voel ik mij vrij. Uit pure zenuwen praat ik zelfs te veel. Marieke luistert altijd naar mij denk ik. Haar vriendinnen die mee reizen vinden te veel tekst soms storend dat zie ik. Ik probeer erop te letten. Het beste is nog wel als wij met zijn tweeën zijn. Onze gesprekken worden dan soms persoonlijker. Maar Marieke is geen open boek. Er is wel iets met haar maar ik kan er mijn vinger niet op leggen. Er is ergens een deukje in wie zij is maar ze zegt er niets over. Dat snap ik wel. Waarom zou ze dat tegen mij zeggen?
Op de weg terug van school zitten we weer samen te praten. “Ik moet je nog wat vragen”, zegt ze. “Ik heb een uitnodiging gekregen voor een expositie van Rein. Heb je zin om met mij mee te gaan?” Alleen het laatste blijft hangen. “Mee gaan.”, dat is het belangrijkste wat ze zegt. “Jazeker!” zeg ik. “Ongelooflijk!” denk ik.
Rein zat ook bij mijn zus in de klas. Rein is moeilijk te omschrijven maar ik ga het toch proberen. Ik zag Rein vooral als een lange jongen die totaal geen ritmegevoel had en een modeshow moest lopen. Een onuitwisbaar beeld. Het leek een soort frats een houding of bedoelde actie, maar dat was het niet. Ik heb het op de videobanden van mijn zus van de modeshow inmiddels zo vaak gezien. Het was echt belachelijk lachwekkend. Maar Rein is buiten alles trouw aan Marieke. En dat snap ik. Ze heeft het wel een paar keer over hem gehad. Er zijn nog andere mannen trouw aan Marieke en benoemd in onze gesprekken. Marieke is stoer en heeft een hoop mannelijke vrienden om haar heen. Dat merk je vooral aan haar taal gebruik. Ik ben er nu een van. Nou ja, een beetje dan.
Als je nu terug zou kunnen naar het moment dat ik lopend naar huis ging op die dag dan was dat ook belachelijk lachwekkend geweest. Als een Rein die een modeshow liep, slingerende ik tussen alle auto’s door.
Als ik mijn moeder die avond help in de keuken vraagt ze mij: “Wat is er toch aan de hand met je?”
“Ik ben weer zo ontzettend verliefd.”, zeg ik.
“Oowh nee hè!”, zegt ze.
En dat dat is de strekking van mijn positie.
Dat weekend sta ik bij de bushalte als Marieke uit een andere bus stapt vanuit Heemstede. Of was ze nou ook op de fiets? Nee, volgens mij waren we op mijn fiets verder gegaan en zat ze bij mij achterop.
Ja, ik weet het zeker.
En ik kan fietsen met haar achterop, wat kan ik fietsen. Ik heb immers al een half jaar geoefend.
Het is onze eerst afspraak.
Marieke is zo leuk!
Ze zit bij mij achterop!