Daniel Levinson (1920–1994) : Wat ook de aard van de Droom is, een persoon heeft de ontwikkelingstaak om het een bredere definitie te geven en manieren te vinden zijn droom te leven. Het maakt een groot verschil in zijn groei of dat zijn initiële levensstructuur coherent en verweven is met zijn Droom, of juist tegenover gesteld daaraan. Als de Droom onverbonden blijft met zijn leven kan die simpelweg afsterven, en tegelijk daarmee ook zijn gevoel van levendigheid en zingeving.
Ik heb veel dromen – eindeloos veel. Het is niet als een bucketlist – iets dat je op Facebook deelt. Deelt om te laten zien wat je al hebt bereikt – gedaan of waar je bent geweest. Je bootcamps – mud races of marathons.
Mijn dromen gaan meer over wat ik ben. Wat ik kan en wat ik nog kan leren. Leren van mijn verleden – van mijn Simone en mijn 3 Daltons – van anderen in de toekomst. Ik hou van gisteren, maar kijk uit naar morgen – intussen probeer ik zo veel mogelijk nu op te letten. Nu.
Er waren tijden dat je moest vragen wat ze aan had. Aan de telefoon. Wat ze aan had en eronder. Ze het moest zeggen en jij dan enkel je fantasie kon gebruiken – dromen. Er geen foto aan te pas kwam. Ze er altijd perfect uit zag omdat je haar zo zag.
Er waren tijden dat je aan haar handschrift kon zien hoe iets zat. Ze heel snel schreef om iets over te brengen – niet zeker wist of ze het na een paar zinnen al was vergeten. Ze het had gedroomd. Ze sneller schreef dan haar brein het wilde lozen. Het daarna nog even nalas een postzegel erop plakte en het weg stuurde.
Dat magische toestel in mijn broekzak. Ik begrijp er meer van omdat het mijn werk is, maar begrijp weinig van de berichten die ik soms ontvang. Het onderdrukt mijn dromen. Ondermijnt de werkelijkheid. Die signalen. Zie wat ze draagt, maar kan me er weinig bij voorstellen. Zie wat ze schrijft, maar lees het anders dan ze het misschien bedoelt.
Ze het te snel heeft ingetikt om het te kunnen begrijpen. Je het nog leest als het volgende bericht al weer verschijnt. Ik wil een toestel die alleen iets stuurt als het laatste bericht is gelezen en begrepen. Afgehandeld kan worden of terugtrokken. De envelop is geopend en ik de tekst er weer terug in gestopt heb.
Ze had tegen mij gezegd dat ze van me had gedroomd. Een bericht gestuurd. Het overviel mij een beetje. Misschien kwam het door al die verhaaltjes. Mijn eerlijkheid. Ik weet het niet. Ik lag er wakker van. Niet van haar, nou misschien een beetje. Ik had maar alles verteld thuis. Ik vond het wel heel lief – charmant wel. Onschuldig hoor, maar toch – het begint bij dat soort appjes. Dan volgt een storm.
Dit zijn tijden dat niemand meer naleest wat hij schrijft. Je ze er niet eens meer op aan kan spreken. Had je gedroomd. Soms automatische spelling dingen wijzigt die cruciaal zijn voor duidelijke communicatie. Dat ene woord nu juist hetgeen is dat je bericht totaal nutteloos maakt – een hele tekst. Het geeft niet – niet echt. Wat ik te zeggen heb is ook niet belangrijk.
Als je dromen niet genoeg nastreeft verdwijnen ze. Sterven ze een stille dood en jij ook een beetje. Daarmee ook het gevoel van levendigheid en zingeving. Dromen mag je nastreven – als ze die van anderen niet in de weg zitten. Sommige dromen moet je wel laten gaan – omdat ze de werkelijkheid ondermijnen.
Die van een ander.