Het kortetermijngeheugen is het geheugen dat informatie voor een korte termijn vasthoudt. Dit kan variëren tussen enkele seconden tot enkele minuten. Het kan bovendien een beperkte hoeveelheid informatie bevatten. Iemand die bijvoorbeeld probeert een nieuw telefoonnummer te onthouden, zal dit waarschijnlijk weer zijn vergeten als hij even door iets of iemand anders is afgeleid.
Simone had mij een sleutel gegeven. Ik was afgeleid. Er zat een rood bandje om heen “Rood van de liefde.”, zei ze. Het was zo’n mooi lieve opmerking. Ze zag aan mijn ogen dat ik er niets van had verstaan. “Hoorde je wat ik zei?”, zegt ze. “Ehm, ja.”, zei ik. “Herhaal dan eens wat ik zei?”, zegt ze en kijkt daarmee dwars door mij heen. Als een echte schooljuf.
Voorbeelden van mijn kortetermijngeheugen zijn deze:
Ik geef toe: ik heb ooit mijn bier uit mijn glas laten lopen omdat ik wilde weten hoe laat het was…
Ik geef toe: ik had mijn 3D bril nog op toen ik uit de wc van Pathé kwam en ik bij aanzetten van mijn iPhone dacht dat er iets mis was met het scherm…. pffff… brildragers.
Natuurlijk: ben in zo’n vader die ze plastic sokjes nog aan heeft vanuit het zwembad, langs de markt, op het terras met koffie en naar huis….
Toch heb ik telefoonnummers in mijn hoofd die met groot geweld in mijn brein zijn gestanst. Vergeet ik zelden een gezicht, film of boek. Vergeet ik altijd een naam – een acteur of auteur. Was ik heus niet vergeten dat ik gisteren niets had geschreven, maar was er gewoon niets af dat ik klaar had liggen. Vergat ik altijd de verjaardag van Mark en kan ik dat sinds de geboorte van mijn dochter – op dezelfde dag nu nooit meer vergeten.
Mijn kortetermijngeheugen dumpt te snel voor nieuwe info. Ik maak to-do lijstjes die ik vergeet af te strepen. Ik heb een schriftje van de lagere school waarin staat – de juf had geschreven: “Buiten gebeurt van alles, maar in jouw schriftje gebeurt nog helemaal niets.” Ik kan dwangmatig bezig zijn met het juiste en te lang blijven hangen bij onzin. Het kan, maar is in deze altijd in een vorm van willekeur.
Dit stukje is een chaos. Ik keek te veel naar buiten, morgen beter.