Chrysalis is een bij veel insecten voorkomend proces waarbij de larve zich transformeert tot een volwassen insect – imago. Insecten met een dergelijke ontwikkeling kennen een volledige gedaanteverwisseling. Dit proces vindt plaats via een apart stadium waarin de larve na de laatste vervelling een ander uiterlijk krijgt. Veel poppen zien eruit als een rond tonnetje zonder poten, ogen, mond, vleugels of antennen; bij kever- en vlinderpoppen zijn vaak al wel de vormen van het zich vormende imago herkenbaar.
Het imago van Bo was toe aan iets anders. Je kon het zien – herkenbaar. Ze was intussen ouder dan haar moeder ooit was geworden. Kon geen enkel excuus meer verzinnen om niet te bedenken wat ze met de rest van haar leven ging doen. Ze wist het niet – haar hele theorie moest worden herzien – aangepast. Geen gelul meer, Bo.
Maureen had ooit iets verteld over Odilon Redon ik moet daar aan denken als ik denk aan dit.
“Franse schilder en graficus, geboren 20 april 1840 Bordeaux – overleden 06 juli 1916 Parijs. “The butterflies, were meant to be creatures of light that appeared out of the “chrysalis of the dark.”, had hij gezegd. Redon had een voorkeur voor vreemde schepsels. Nog niet af – maar toch herkenbaar. Het werk van Redon nodigt uit tot stil nadenken. In zijn tijd hielden rijkere mensen ervan een speciale kamer in te richten om tot rust te komen. In zo’n kamer past het werk van Redon.”
Bo moest uit haar “denk kamer” komen – uit het donker, dat was duidelijk. Een deel van haar was op die dag naast haar moeder in dat graf gaan liggen. Natuurlijk. Wachtend op een vlinder. Ze is naar Medemblik gegaan. Heeft een tijdje bij het graf gezeten. Het hielp niet. Morgen was er, overmorgen ook – daar moest ze iets mee.
Haar zus Tessel was intussen al getrouwd. Had al kinderen. Ze had zichzelf er zo lang tegen verzet. Tegen alles – had wel andere vriendjes gehad, maar het stopte ergens. Op momenten dat zij dat wilde. Zo als altijd.
Je kunt wel iets anders worden als je wilt – of niet. Je houden aan een ding of alles willen. Zo weinig tijd, zo veel te doen. Of misschien precies genoeg – genoeg om te doen wat je wilt. Je weet het nooit zeker. Tijd steelt toch altijd wel je tijd. Achteraf had je misschien toch iets anders willen doen. Het anders willen aanpakken. Je kunt er niets meer aan doen – je kunt alleen nog iets doen aan wat je nog doen moet.
Ze is gaan zoeken naar hem – hij woonde niet meer daar waar hij eerst woonde. Ze was er nooit geweest, maar wist precies waar. Ze heeft het op een bepaald moment opgegeven. Verder. Ze werd ingehuurd als tekenaar bij een kinderboeken uitgeverij.
Op een boekenbal ontmoette ze een ander die dwars door haar heen prikte. Haar bevrijde. Daarna kwam alles goed. Ze had al te lang in haar cocon gezeten – haar duistere kamertje. Ze ontpopte zich als een ware vlinder. Die vlinder waar ze op zat te wachten. Kleurde en tekende als nooit te voren. Begon weer aan een opleidingen en had na 4 jaar alles op zak dat ze ooit achterwege had gelaten.
Alleen mij niet.
Ik zat allang in iemand anders zijn zak. Je kent haar wel – ze staat vast wel ergens in de boekenkast.