Liefde is diepe acceptatie van en genegenheid voor, welgezindheid tot of toewijding voor een ander, of eventueel zichzelf. Het kan ook betrekking hebben op een zaak of voorwerp. Een liedje. Ook als ze er niet meer is. Dat ene liedje.
Natuurlijk had ze nooit gezien wat er verdween in je toen ze vertrok. Wat ze leeg trok. Was ze zich van geen kwaad bewust. Was ze al het punt voorbij waarop jij enigszins relevant was. Ze had het immers allemaal al gezien, je makken, je missers. Gezien dat het tijd was verder te gaan. Niet dat het echt iets had uitgemaakt. “Stel je niet aan lieverd”, had ze vast gezegd. Als je überhaupt iets had gezegd. Toen je met – wat er van over was – onder je arm achterbleef.
Je had ook niet een randje vocht in haar ooglid gezien. Ze kon wat er was gewoon weg knipperen. Toen de stilte viel – oorverdovende en eeuwige stilte. Eindeloze waardeloze nachten. Toen elke gedachte op een of andere manier altijd weer eindigde bij haar. Je uiteindelijk toch in slaap viel met een kussen tegen je benen. Daar waar je tegen haar heupen lag. Je wakker werd snakkend naar adem. Adem bevroren in een nog ondraaglijkere ochtend. Als een virus , je haar moest uitzieken.
Elke dag een beetje verder. Elke dag een beetje beter. Langzaam. Je haar invasie bestrijde. Als het opruimen van een slachtveld. Omdat in jou inmiddels alles leefde voor haar. Er een totale transfusie nodig was om dat uit te wissen. Je op de lijst stond voor de harttransplantatie. Daarna iemand je moest vertellen wie je was voordat ze er was. Iemand je overtuigde van wat je vond voordat ze het influisterde. Voordat je besloot de zoete koek te slikken.
Ik droomde dat je me niet meer zo zou zien. Hoopte dat ik niet weer zo voor je voeten viel. Verblind door je ogen. Je stem. Zachtjes luisterend – gekeuvel, onwaarheden. Het lukte niet. Weer niet. Waar was ik toen? Hoe lang was ik daar. Hoeveel tijd was er gepasseerd? Wat had ik gelaten, voorbij zien gaan? Hoeveel moeite zou het moeten kosten weer wat grond onder mijn voeten te krijgen. Mijn tijd met haar terug te pakken.
Zij met haar prachtig antilichaam. Zo anders dan dat van mij. Zij die alles was dat hielp tegen het virus, of was zij gewoon hetgeen dat het opwekte? Ze je voor de gek hield – zij het virus was. Alles waar je naar hunkerde. Het je opvrat. Blind en ijlend. Zo verliefd dat het ongezond was. Zo verdwaald dat je er geen kaart meer kon helpen. Je daarna en daardoor slenterde langs afgronden en ravijnen.
Tijdens het moment van zingend haar kant op lopen en niet veel later vertrekken omdat zij je de deur heeft gewezen zit een liedje. Een nummer dat precies zegt wat je voelt en nodig hebt. Het bepaald het tempo waarmee je terug loopt. Het weerhoud je – je lichaam niet voor elke passerend voertuig te gooien. En dat is maar goed ook. Anders zouden mannen vallen bij bosjes.
Want in de handen van de muzikant kan muziek een bijzondere hoogte bereiken. Alsof ze een connectie hebben met een hogere macht. Ze later niet meer kunnen omschrijven waar iets vandaan kwam. Er iets in de studio gebeurde, of ergens anders. Ze inprikte op een gezamenlijk geweten. Wat ze maakte er al was, ze het het enkel kanaliseerde. Hun hart open gooide en ze ontvankelijk waren.
Dat of ijlend door een virus – net als dat van jou – een gebroken hart.
Tussen de ruimte van twee personen kan muziek ook een prachtig resultaat hebben. Staat ze voor je en wil je met haar dansen. Wil zij het ook. Het liefst, in geval van traag ritme, heel langzaam. Je handen op haar heupen en de geur van haar hals als je inademt..
Onder de gedachte van blinde liefde werken immers je oren niet meer. Of werken ze te goed. Is ze oogverblindend maar herken je haar ook in elke melodie. Denk je dat elk liedje is geschreven voor haar. Als liefde je als een virus heeft overgenomen. En die liedjes zijn dan onlosmakelijk verbonden met haar. Wil je ze niet horen als ze er een punt achter heeft gezet. Is ze verdwenen – achtervolgen alleen de liedjes je.
En toch – het begin begon weer en dat einde, die punt die zij zette, eindigde. Het was toen je niet meer bedacht had dat het nog ooit weer opnieuw zou beginnen. Je iets nieuws zag en voelde – angst of zelfmedelijden je niet meer tegenhield. Toen je na elke stap verder en dieper viel voor haar. Werd ineens elke stap duidelijk, elke stap of beslissing duidelijk. Leidde alles wat hiervoor gepasseerd was naar haar deur.
Met een liedje in je hoofd.