Men spreekt van een maanlanding wanneer een door de mens gemaakt ruimteschip, bemand of onbemand, op de maan neerkomt. De eerste succesvolle missie naar de maan was de Loena 2-missie van de Sovjet-Unie. De eerste succesvolle missie naar de maan met een bemanning aan boord was de Apollo 11-missie van de Verenigde Staten.
De allereerste ervaring met het lichaam van een vrouw was als het landen op de maan. Hoewel hij er alles aan gedaan had er te komen – had hij er niets te zoeken. Was het een prestigeproject dat resulteerde in een totale paniek. Het was toen hij die stap dacht te zetten voor de gehele mannelijkheid – het bleek een angstig stapje te zijn in het oog van de mensheid.
Hij had er wel over gelezen. De plaatsjes bekeken. “Een man die werd blootgesteld aan het vacuüm van haar ruimte, zou niet meer dan een paar seconden leven.”, las de tekst. “Zwelt op – waarbij weke delen door lichaamsopeningen naar buiten werden geperst.” “Het zou in ieder geval zo voelen”, bedacht hij. Het was dan ook niet voor niets dat haar ruimte wel een van de meest vijandigste milieus voor de man werd genoemd.
De oorzaak was onder andere het gebrek aan zuurstof – toen al het bloed naar andere delen wordt gestuwd. Het lichaam van de man was immers voor simpele taken gebouwd. Aangepast aan een positie bij voorkeur met zijn poten op de aarde. Dat of in ieder geval met wat meer zwaarte kracht. In haar ruimte kreeg hij bijna geen lucht. Werd de aarde altijd als een blok beton onder zijn poten vandaan getrokken.
En dan waren er natuurlijk al die plannen. Plannen – netjes op een rijtje gezet in zijn hoofd – handelingen. Waarvan alleen het geklungel nog leek te zijn bij gebleven. Leunde hij waar hij niet leunen kon. Bewoog hij waar hij niet bewegen moest. Stopte hij waar hij door had moeten gaan. Ging hij door waar zij al een paar keer had gezegd dat hij beter kon stoppen. Schuurde het.
Nee – de maan dat was een lastige plek. Daar was hij wel achter gekomen. Daar kon je maar beter alleen naar kijken. Hij had er zulke andere gedachtes bij gehad. Zo vaak had hij naar haar op gekeken. Waar zij straalde – hunkerde hij naar haar. Waar zij nog maar half zichtbaar was – had hij een totaal beeld van haar gecreëerd. Misgelezen en kapot gedroomd – geromantiseerd.
In 1971 ging er iets fout bij de landing van een Soyuz ruimtevaartuig van de Sovjet Unie. Op 168 kilometer hoogte opende een ventiel zich, waardoor alle druk uit de cabine verdween. De drie mannen kwamen om. De autopsie wees uit dat ze ernstige weefselschade hadden, vanwege het koken van hun bloed en andere lichaamsvloeistoffen.
Hij kon het haar niet kwalijk nemen. Ook zij wist zich geen raad met deze invasie. Had hem nog wel een zachte landing gegeven. Hem een zonsondergang laten zien waar zijn aarde nog lonkend aan de hemel stond. Dat was nog leuk – prachtig. Het werd ongemakkelijk toen hij zijn ruimtepak uit trok. Toen zij hem poedelnaakt had gezien en hij leek te snakken naar adem. Hij beter af was geweest met wat meer zwaartekracht zodat dingen gewoon bleven bungelen. Het zag er nu werkelijk niet uit zoals zij het zich had voorgesteld.
Ze dacht ook dat hij uit elkaar zou spatten. Ze had haar ogen dicht gedaan – wilde het liefst ook haar vingers in haar oren stoppen toen dat moment begon. Hij dacht daardoor dat zij er van genoot. Het gaf hem het kleine beetje moed door te zetten. Na als zijn geklungel – toch nog een beetje moed. Het duurde gelukkig maar heel even. “Dat was maar goed ook. Anders hadden ze het daarna misschien we nooit meer gedaan”, had zij bedacht. “Hadden ze nooit de verbeterpunten genoteerd”
Tja – van die punten die naar voren komen als je er eindelijk wel over durft te praten. Er altijd verbeterpunten zijn als alles wat je had bedacht naar de maan gaat.
Als je er niets te zoeken hebt.