Het begrip deconstructie werd in de jaren 60 ontwikkeld door de Franse filosoof Jacques Derrida. De gedachtegang achter zijn techniek stelt dat men de westerse metafysica kan blootleggen door het ‘deconstrueren’ van de logica ervan. Het is dus een analyse waarbij wordt getracht aan te tonen dat dingen altijd op verschillende manieren kunnen worden uitgelegd.
Bijvoorbeeld de liefde – en het breken ermee.
Iets dat gebroken is kun je over momenten heen tillen. Herschrijven en tillen omdat het in stukken ligt. Ze alles van je heeft gestript – tot al het lichte overblijft. Je heel lang het ene dacht van haar – van jezelf. Het te lang het andere bleek. Je een kans hebt het naar een hoger doel te tillen.
Iemand die zijn hart breekt groeit boven zichzelf of wat hij was uit. Makkelijker dan als je niet helemaal uit elkaar bent gevallen. Als ze alles heeft achtergelaten – er niets meer van je over is gebleven. Niets dan een illusie. Niets dan de herinnering van hoe het was toen je haar voor het eerst zag.
Die eerste net zo goed als de laatste keer dat je haar zag. Alles ertussen er niet toe lijkt te doen. De energie en liefde die je erin hebt gestopt, zo het lijkt, niets meer waard is. Fragmenten verdeeld over tijd en heel veel ruimte. Als je zit op een kratje bier in een lege kamer.
Een deconstructie is nog makkelijker als ook zij voor je neus uit elkaar is gevallen. In alles wat ze voor je betekende. Het ook bleek niets te betekenen. Van alles wat ze heeft gezegd – alles wat ze zei dat ze voelde. Van alles wat ze van plan was. Al haar plannen, maar niet met jou.
Dan kan een reconstructie beginnen. Als je niet te lang in een drama wilt blijven hangen. Nou misschien heel even dan. Want dingen opbouwen is leuk. Leuker vanuit niets, makkelijk als je bouwstenen er al zijn. Je iets nieuws kan maken. Ze al eerder zijn gebruikt en doelloos lijken te liggen voor je neus.
Mijn gebroken hart was het beste dat kon zorgen voor jou. Gebroken – open en eerlijk. Zonder verwachtingen – verplichtingen. Elke dag een beetje meer – elk uur een heel klein beetje minder voorzichtig. Toen ik het nog opbouwde – jou ertussen stopte. Tussen alles wat ik bouwde – zocht en ontdekte. Toen ik jou ontdekte. Jij precies paste in alles wat ik bouwde – precies – ik het om jou – ons heen bouwde.
Kijk maar wat je denkt dat je nog kunt hergebruiken als een reconstructie is begonnen. Je terugkijkt naar wat was en opbouwt wat is. Ze langzaam uit je zicht begint te verdwijnen. Je haar naam niet meer roept. Je niet meer hunkert naar haar geur of haar lach. Soms heel even, misschien – kleine momenten. Als de bouw even stilvalt en je een klein stukje herkent van haar.
Je op weg bent naar het roepen van een andere naam.