Een schip is een vervoermiddel voor transport over wateroppervlakken. Het belangrijkste kenmerk van een schip is het drijfvermogen, dat bij waterverplaatsende schepen, de meest voorkomende scheepsvorm, wordt geleverd door de romp. Deze constructie zorgt voor de sterkte en waterdichte afsluiting van een schip. Een ander belangrijk kenmerk is dat een schip zichzelf kan voortbewegen.
Een man is als een schip – als je haar de zee zou noemen. Een schip dat niet zinkt. Drijft – daardoor nooit haar diepte zal bereiken. Als hij niet wil verzuipen. Zij de zee. Prachtig als de wind is gaan liggen. Kalm als het gaat zoals zij het verwacht. Onbegaanbaar als het niet zo is. Haar ziel als een storm die langzaam groeit – oplaait.
Een man is als een schip – als je haar de meermin noemt. Een schip dat zich verplaatst. Zichzelf kan voortbewegen. Verleid door haar schoonheid in het water. Strijdend tegen dat wat hem zal verslinden. Hij wel kan zwemmen, maar niet zo diep. Ze prachtig is als de wind opsteekt. Haar haren droog waaien als ze boven water komt.
Een man is als een schip – als je haar de ruimte noemt. Een schip dat luchtdicht is. Een romp dat haar vacuüm tegen houdt. Hij erdoor kan navigeren – zolang hij oplet. Hij het kan, maar niet te diep – niet te lang. Als hij niet stikken wil. Haar huid als een strak ruimtepak dat haar beschermd. Hij haar kan zien maar nooit echt kan bereiken.
De vogels zongen in je ogen vandaag. Ik zag zoette bloesem langs je lippen. De wind – de zon achter je woorden. In het gras. Waar ik je sproeten telde. Ze noteerde – turfde. Net als de dagen die ik nog had. De nachten langs je lichaam. De maan op je gezicht. De sterren in je ogen. Eindeloos ruimtes – en zeeën van tijd. Zo leek het.
Een man is als een schip – als je haar de lucht noemt. Hij drijft als een ballon of een vlieger. Ertegenaan, er langs – er op. Niet zo hoog als zij. Niet zo diep als zij soms kan kijken van boven. Als zij de lucht is en hij het schip. Hij zweeft vanwege haar. Zij hem zo kan ontglippen – weg kan vliegen. Hij dat weet, hij elk moment kan neerstorten.
Een man is als een schip – te zinken ooit. Als hij even niet oplet. Ze hem tegen de rotsen laat slaan of imploderen. Gedoemd om eeuwig te struinen, varen en vliegen opzoek naar haar. Om haar een keer te zien zwemmen – een keer in te ademen, maar een keer in te duiken. Diep en niet al te lang.
Als hij niet verdrinken wil.
Als zij hem niet verdrinken doet.