Op het zuidelijk halfrond begint de lente meestal heel veel later. Dan worden in de noordelijker streken van het noordelijk halfrond de bomen veel groener en gaan veel planten bloeien; geleidelijk wordt het warmer en wordt de kans op vorst kleiner.
Zij was als het zuidelijk halfrond, maar ik zie de lente weer in haar ogen – als iets nieuws. Iets kleins. Het had niets met mij te maken. Het had alleen met haar te maken. Als een teug zuurstof. Een diepe zucht erna. Een opluchting – een heldere blik op iets nieuws.
Een lente die uitgroeit tot een lach op haar gezicht. Die lach die al een tijdje niet meer zo ontstond. Wegbleef door alle dingen in haar hoofd. Haar zorgen, die van anderen – alles dat als regen over haar heen leek te vallen. Vals en oneerlijk. Ze nu met deze lente haar lach en witte tanden er pas in kan zetten.
Wij hebben dit gedaan. Verzorgd en zien groeien. Het heeft tijd en heel veel energie gekost. Haar meer dan wie ook in dit huis. Ze doet het nog steeds, maar het kost haar nu minder energie dan eerst. Ik zie het in haar ogen. Het maakt mij zo gelukkig haar zo te zien.
Als toen ik haar de eerste keer zag. Ze alles had opgeofferd om er te zijn voor een ander. Huis, haard. Nog maar net. Een strijdlust om de winter weg te drukken bij een ander. Een lente te forceren. Ze kan dat – kon dat.
Ik hoorde van een man die woorden zo mooi sprak dat enkel door hun naam uit te spreken vrouwen zichzelf schonken aan hem.
Dus als ik stil word naast jouw lichaam.
De stilte bloed langs barsten in mijn lippen.
Is dat omdat ik een man langs de trap naar boven hoor gaan.
Hij zijn keel schraapt achter de deur.
Liefde wordt op de proef gesteld. Altijd. In wat je ziet om je heen. Wat er gebeurd. Tot het een keer op is. Opgebrand en leeg.
Tot ze het niet meer wist. Ik beter had moeten opletten. Ik beter op haar had moeten passen. Dingen zo vanzelfsprekend leken, maar het zelden was.
Tot ze in een hoekje zat. Ik haar eruit moest trekken. Langzaam moest overtuigen van wat voor mij zo vanzelfsprekend leek. Zeggen dat ze bijzonder was.
Alleen dat.