Geluk kan worden omschreven als het tevreden zijn met de huidige levensomstandigheden. Hierbij kunnen er verschillende positieve emoties aanwezig zijn, zoals vreugde, vredigheid, ontspannenheid en vrolijkheid.
Hij bleef nog een paar dagen hangen nadat zijn vrouw was gestorven. Had nog even de tijd genomen om dingen op orde te brengen. Iets moois gezegd bij de uitvaart. Voornamelijk voor de achterblijvers, maar eigenlijk niets dat zij niet al lang wist. Zijn lief.
Hij had heus wel even gehuild toen het haar tijd was. Misschien wel veel langer dan heel even, maar hij had ook gelachen. Gelachen naar het onvermijdelijke en dat ook zij met een lach op haar gezicht was ingeslapen. Haar mooie gezicht. Nog net zo mooi als de eerste dag dat hij haar zag. Nee – mooier, als een goede wijn die lang genoeg de tijd had gekregen.
Nu had de rust op haar gezicht alle rimpels weg getrokken. Het laatste zonlicht van de dag ervoor had roesjes op haar wangen achtergelaten. De geur die zij altijd om haar heen had probeerde nog verwoed aan haar lichaam vast te houden. Dat snapte hij wel. Het was zo mooi. Zij deed alles mooi – zelfs sterven.
Hij wist dat hij het zonder haar niet zou redden. Het slechts een kwestie van tijd was voordat het ondragelijk werd. Heel weinig tijd. Hij had voor haar zo vaak zijn hart gebroken, maar dit was andere koek. Zijn tijd liep af – hij voelde het.
Alles wat hij deed vanaf toen was zijn laatste keer. Zijn laatste wandeling – zijn laatste maaltijd. Zijn laatste knuffel met zijn kleinkinderen – zijn kinderen. Zijn laatste krant – de condoleance pagina. Bijna een hele pagina. Zijn laatste glaasje port. Proost!
Hij zei er maar niets over. Ook niet als ze vroegen hoe het ging. Lachte het weg. Voor de laatste keer. Wat kon je immers zeggen. Wat kun je zeggen als je de liefde van je leven niet meer aanspreekbaar is.
Het was ook nooit zo bedacht. Vrouwen hebben statistisch gezien een langer leven dan mannen. De verwachtingen waren met al zijn kwaaltjes toch anders dan het uiteindelijk nu was geëindigd. Hij had geluk.
Geluk – het was puur geluk dat hij haar ontmoet. Als een magneet trok zij aan hem. Haar rode volle lippen – haar mooie borsten die altijd zijn aandacht trokken. Zij wist wanneer hij probeerde er niet naar te kijken. Haar stem en haar prachtige groene ogen onder die volle wenkbrauwen.
Het was voor het eerst. Toen was alles voor het eerst. Hun eerste kus – hun eerste vrij partij, hun eerste kind. Zijn eerste gedachte dat hij nooit meer alleen wilde zijn. Zijn eerste gedachte dat hij haar niet mocht verliezen. Nooit.
Lieverd ik droomde dat ik bij je was – wij ons verdeelde over duizenden sterren tegelijk. Iets nieuws werd gedaan met onze energie – iets heel bijzonders. Het was onze liefde. Ik wist niet precies wat, maar alle vragen die ik nog had verdwenen. Als een deken die opgelicht werd gemaakt van doezel en bedrog.
Ik voelde mij als een kind terwijl ik mij al zo lang al zo oud had gevoeld. Ik dook in jou – door jou heen. Door plekken waar ik nog nooit was geweest. Zag de inhoud van elk van jouw gedachtes. Jouw gedachtes die ik wel kende maar zelden kon grijpen. Ik zag ze en ze waren zo duidelijk. Als een man die eindelijk wakker werd.
Hij wist al een tijdje dat hij dat niet kon – alleen zijn. Dat er een mogelijkheid was dat dat zou gebeuren. Dat deze handen het zouden voelen. Zij weg zou glijden in deze handen. Net zo als dat het kon dat haar handen dat ook zouden voelen bij hem. Dat die kansen gelijk waren.
Deze handen die zo vaak hadden gevoeld hoe ze anders weggleed telkens weer. Haar ogen wegdraaide. Hij precies wist wat hij moest doen. Al die andere mannen – jongens voor hem geen enkel benul hadden gehad. Zij het ook pas ontdekte bij hem. Ze zo gewend was alles onder controle te houden, maar dat niet. Wat was ze heerlijk.
Hij dook zijn bed in en draaide zich om – zag de maan door het raam nog zijn best doen. Zijn best doen zijn aandacht te trekken. Hem wakker probeerde te houden. “Doei”, zei hij en blies het weg met zijn laatste adem. Zag het licht langzaam via zijn ogen verdwijnen. Het was zo bijzonder dat zij het zo lang met hem had volgehouden.
“Wat een geluk”, dacht hij. “Wat ben ik gelukkig.”