Het mantelpak dateert uit het begin van de twintigste eeuw, tijdens de Belle Époque. Gedurende de jaren twintig werd de roklengte korter en het silhouet recht en slank, zonder taille. In de jaren tachtig ontwierp de New Yorkse Donna Karan voor jonge carrièrevrouwen de zogenaamde dwangpakjes: sexy mantelpakjes met brede schouders en korte, nauwe rokken.
Als ik ooit een nog net aan een tienerdroom heb gehad – was het wel Marinda in dat mantelpakje van de keukenhof. Roze tulpen op een groen mantelpakje. Een hoed met een strik op haar hoofd.
Het was natuurlijk helemaal niet de bedoeling. Bedoeling dat ik haar zo had gezien. Ze had het netjes elke andere keer verborgen – weggehangen. Weggestopt, maar gelukkig besliste het lot anders.
Marinda was gespot. Geronseld door 3 dames in een BMW. Dames van de keukenhof die langs de grote bollen leveranciers reden in Hillegom. Op zoek naar dames voor het promotieteam. Op zoek tussen de pellers in de schuren. Marinda kon haar jonge vrouwelijkheid in dat ketelpakje verbergen, maar niet die blauwe ogen.
Ze kon in 2 maanden 2x zo veel verdienen dan ze in diezelfde periode in de bollenschuur kon doen. Kreeg een mantelpakje aan en elke dag een mandje met tulpen mee. Dat mantelpakje was in haar ogen gruwelijk. Maar in alle eerlijkheid stond het haar prachtig. Ze was om op te vreten.
Ongemakkelijk stond ze bij de bushalte toen ik uitstapte. Ze had geen tijd gehad zichzelf eerst te ontdoen van dit vreselijke kledij. Haar mantelpakje en bij horende hoedje. Dat rokje dat haar x-beentjes nog meer naar binnen duwde. Die combi was echt geweldig.
Er waren strenge instructies meegegeven dat een dame herkenbaar met zo’n pak van de keukenhof – niet rokend op straat mocht worden gesignaleerd. Marinda lapte het aan haar laars. Trapte het sigaretje uit met het achterste van haar hakken en blies de adem in mijn gezicht.
“Niks zeggen.”, zei ze terwijl ze een oog dicht sloeg. “Ik wil het niet horen.”, mopperde ze verder. Trok haar fiets uit de stalling en fietste langzaam weg zodat ik achterop kon springen.
“Wat ben je mooi.”, fluisterde ik. Waarop ik haar lichaam voelde verstijven. “Nee, niks zeggen.”, zei ze streng. “We gaan het er echt niet over hebben.” Terwijl het bij mij allemaal vragen opriep. Mocht ze het houden? Ging ze het voor mijn neus uitrekken? Mocht ik dat doen en zo ja hoe snel? En waar zou ik dan beginnen? Misschien kon het wel deels aanblijven?
Mijn ongekende fantasie werd abrupt afgekapt toen we thuis kwamen. Nog voor ik mijn jas uit had getrokken was Marinda naar de badkamer vertrokken. De deur op slot. Ik was er niet bij. Ze kwam pas weer terug toen alles uit en opgevouwen was.
“Mag je het houden aan het einde.”, vroeg ik toch nog met gevaar voor eigen leven. “Dat lijkt me leuk.”, zei ze verassend. Waarop mijn gezicht een klein moment begon te stralen. Het duurde niet heel lang dat moment. Niet heel lang – heel even maar.
“Om het te verbranden.”, voegde ze toe – en dat was dat.