Net als bij de invloed die een enkele kleur op onze geest heeft, geldt dat verschijnsel ook voor combinaties. Kleuren kunnen elkaar in de betekenis versterken. Kleurcombinaties kunnen ook het contrast in de betekenis weergeven. Bijzonder is dat dezelfde kleurcombinatie verschillende gevoelens kunnen oproepen. Gelijk aan een enkele kleur, zijn het verschillen in nuances van de kleuren en de context waarin de kleuren gebruikt worden, die de juiste beleving oproept.
Zij is een kleur, maar er zijn geen kleuren die ik kan benoemen. Die aangeven wat wij hebben. Wat zij is. Geen combinaties die kunnen zeggen wat dat is. Wat ik wel weet is dat alles beter is samen. Contrasten duidelijker – lijnen strakker en nuances mooier.
Dat gezegd ben ik natuurlijk hartstikke kleurenblind. Zeker blind als het gaat om haar. Als het gaat om wat zij is en betekent voor mij. Dat geeft niet. We moeten allemaal wel ergens blind voor zijn. Ik ben het liever door haar. Prima.
Ik kan het wel proberen. Omschrijven bedoel ik. Voor haar. Voor de kern van onze combinatie. De inhoud van onze dromen. Die dromen die gemaakt zijn van echte dingen. Dat verleden in een schoenendoos met vergeelde foto’s. Gedachtes van nog jonge kinderen. Gevoel dat was op onze nog zo jonge huid. De kennis dat ik nog zoveel met haar mag delen.
Liefde is het antwoord. In ieder geval op de meest vragen die ik heb. Een vraag als “Waar staan we?” en “Waar gaan we naar toe?” De vraag waarom het soms zo moeizaam gaat. De kracht die nodig is te passeren. Voorbij te gaan aan onmogelijke dingen. Uitdagingen – verleidingen. Het niet altijd even makkelijk is. We ons er doorheen slaan omdat dat toch beter gaat als we samen zijn. Dat alles beter is samen.
Als een onvergetelijk vuur. Vuur dat brand in jouw ogen – als ik vuur ben. Ik voor je sta in vuur en vlam. In jou – door jou. Als brand en jij mijn brandstof. Voor alles wat is – samen. Ik niets vergeet en elke vonk zie. Volg tot het dooft in de verte. Ik een nieuwe vonk mag volgen. Jij je verwarmt aan ons – aan dit.
En al onze momenten vinden zich altijd een weg in mijn dromen. Als ze niet af zijn. Ik nog vragen heb. Ik ze verder mag dromen. Af mag maken – af mag ronden. Met de kennis dat ze weer verdwijnen als ik wakker word. Als de ochtend nieuwe dingen brengt – het gisteren verdwijnt. Het morgen verschijnt. Als we nu te veel moeten en hunkeren naar wat we nog mogen.
Tot ik zie dat heel af en toe deze dromen zich een weg vinden in onze combinatie. Onze twee als een. Die ene twee. En wij weten dat alles beter is met z’n twee. Dat alles beter is samen. Ik het niet zou willen zonder haar. Ik het niet kon oplossen alleen. Dragen of slepen – duwen of loslaten.
Ik geloof in onze herinneringen. Zij zijn zo mooi als ik slaap en droom. Als ik wakker word en zij naast mij ligt. Als er niet meer genoeg tijd is. Het lijkt. Als er geen kleuren zijn te benoemen die aangeven wat het is. Wat zij is. Geen combinaties op kan roepen die omschrijven wat wij hebben. Het is dan dat ik de conclusie trek dat alles beter is samen.
Alleen maar dat alles beter is als wij samen zijn. Ik het morgen weer anders wil benoemen.