In de standaardtaal kan men voor iets dat of iemand die heel dierbaar is, de uitdrukking na of nauw aan het hart liggen gebruiken. Na en nauw betekenen ongeveer hetzelfde, namelijk ‘nabij, dichtbij’, de betekenis die in de uitdrukking bedoeld wordt. Na aan het hart liggen is frequenter in Nederland en nauw aan het hart liggen in België, maar beide varianten komen in het hele taalgebied voor en zijn standaardtaal.
Als een storm is gaan liggen moet je opruimen. Kijk je wat de schade is. Wat er over is van wat je na aan het hart lag. Wat er weg is geblazen – verdwenen. Is blijven liggen. Er nog ligt naast je. Hopeloos lijkt dan het begin. Die eerste keer dat je iets opraapt. Iets wat van jou was. Van haar. Van jullie samen. Iets dat zij nooit meer wil hebben.
Een voorwerp – liedje, een woord, gebaar. Versplinterd – verdeeld over een dag – een week, jaar. Waar je eerst de radio omarmde als het werd afgespeeld. Gaat het uit. Want het is uit.
Waar een woord eerst alles op scherp zette – je oplette. Begin je nu weg te kwijnen – verdwijnen. Waar je een voorwerp waardeerde – niet veroordeelde Stop je het weg – leg je het weg.
Als een storm is gaan liggen. Je voor haar voeten bent gaan liggen. Bleef liggen. Te lang liggen. Ze weg is. Moet je opstaan. Aanpakken en dingen oppikken. Je hart in stukken, je tijd in je plannen.
Je toekomst in ondernemen. Je verwachtingen langs je eigen rode draad. Wennend aan het licht – dingen anders zijn verlicht. Nu zij er niet meer staat of ligt. Als de schaduw die ze wierp over jou is verdwenen – andere dingen zijn verschenen.
Als een storm is gaan liggen. Ze heeft afgebroken wat je had gemaakt. Het is blijven liggen. Kun je bouwen. Mag je schuren waar ze zat. Zwijgen waar ze zong. Plakken waar ze hing.
Mag je gummen waar zij kleurde. Schreeuwen waar zij zweeg. Dansen waar zij stilstond. Knippen waar zij knoopte. Opstaan waar zij lag. Schrijven waar ze het lezen mag. Als een storm is gaan liggen.
En tijd zal je dienen, maar je moet het zelf verdienen. Als een storm is gaan liggen. Mag je haar vergeten in wat je hebt vernieuwd. Mag je haar vergeven voor wat ze heeft vernield.
Later als ze al lang weg is. Langer weg is dan je dacht. Dacht dat je kon overleven – leven. Beleven – zonder haar. Na aan je hart. Nauw aan je hart. Als dingen verzachten – niet meer kei-hart – verhart.
Dat hart dat je al weer hebt weggegeven. Als de storm al een tijdje is gaan liggen. In je nieuwe leven. In je nieuwe beleven. Als ze is weg gedreven.
Als er een storm aankomt.