Een emotie wordt vaak omgeschreven als een innerlijke beleving of gevoel van bijvoorbeeld vreugde, angst, boosheid, verdriet dat door een bepaalde situatie wordt opgeroepen of spontaan kan optreden. Emoties gaan echter niet alleen met subjectieve gevoelens, maar ook met lichamelijke reacties en bepaalde expressies in het gedrag gepaard. In biologische zin kan men een emotie ook definiëren als een reactie van onze hersenen op een affectieve prikkel.
Natuurlijk had ik wel eerder ervaren dat meisjes in het groter geheel veel meer emoties konden tonen dan jongens. Het mannelijke wellicht durft. Wel meer, maar niet altijd eerlijk. Deze meisjes hadden wel vaker gedaan alsof. Onder de handen van het mannelijke – jongens die geen idee hadden. Onder mijn neus zonder dat ik twijfelde aan hun eerlijkheid.
Meer kwetsbaar dan ze zouden willen – zonder iedereen er bij. Niet in het openbaar. Dat was altijd even omschakelen. Het was mij bij Simone nooit echt opgevallen. Wellicht door liefde blind gemaakt, als een blinde vlek – alles geloofde wat zij was. Het duurde dus wel even tot ik door had dat ik nog door veel heen mocht prikken. Niet altijd met succes – en ook niet altijd zo als ze het wilde. Sowieso niet altijd gewenst.
Deze prachtige dame was complex. Had al menige teleurstellingen achter de rug. Was in haar eigen zus en hun huis al getuige van waar het kon wringen in een relatie – mis kon gaan zelfs met een prachtig kind. Had zelf ook al aardig wat achter de rug. Niet zo als ik – als aanbidder van al deze dames. Niet met fikse ruzies zo als bij haar – haar spullen uit hun huis wegtrok en letterlijk de potten onder de planten meenam. Deze achterliet met de aarde op de vensterbank.
Ik zit met haar op de bank. We kijken wat om ons heen – hebben het net gehad over een bizar verhaal van een stel dat het niet heeft overleeft. Hij is vertrokken met een ander – gedraagt zich als een cliché. “Wat wil jij eigenlijk houden als ik uit dit huis weg moet.”, vraag ik.
Het was de juiste vraag – gesteld met de bewustheid dat dit huis niet op mijn naam staat. Ze kijk wat rond “Helemaal niets.”, grinnikt ze. “Van mij mag je het allemaal hebben.”, voegt ze toe. “En jij?” De conclusie is hetzelfde – al dit, dit in dit huis is iets waard zolang wij bij elkaar blijven. “Ik denk dat ik het ook niet meer hoef te hebben.”, zeg ik. Waarna we in lachen uitbarsten.
Ik had deze verhalen wel gehoord. Zag mijzelf nooit in een dergelijke situatie belanden met haar – nog steeds niet. Onmogelijk – als dingen slechts waardevol zijn zolang wij de gedachte er achter kennen – zolang niemand anders die kent.