Een ruimtestation is een ruimtevaartuig dat bedoeld is om voor korte of langere tijd te worden bemand. De bemanning reist van en naar het ruimtestation in een apart ruimtevaartuig. Ruimstestations zijn tussenstations – fungeren zo tussen de Aarde en de Maan en planeten
Ik heb zo vaak gestaan op stations – treinstations, busstations, metrostations. Zoenen doe je dan als zij moet vertrekken. Ze moet gaan en jij achter blijft. Je haar nog heel even kan volgen achter een raampje of deurtje. Het voelt dan alsof je haar achter laat, maar zij laat jou achter. Achter in een koud en een eenzame ruimte van het station.
Had je het door? Voelde je het? Mijn jas en jou jas een beetje open. Een hand uit mijn mouw. Zoekend naar een plekje onder iets – tegen iets warms aan. Terwijl mensen naast jou mopperde. Mopperde dat ze te laat waren. Ze eerder thuis wilde zijn. Ze zien ons niet – ze zien niet waar ik begin en jij eindigt.
Wij zijn nergens te laat voor – ik ben blij dat jij de laatste neemt. De laatste bus, de laatste trein. We hebben het maximale uit deze dag gehaald. Het maximale uit onze tijd. Goed gekeken en genoteerd wanneer het laatste schip ons station verlaat.
“Zie ik je morgen?”, vraag ik. “Is goed”, zegt ze. “Dan sta ik hier – precies hier op je te wachten.”, zeg ik. “Ja, dit is een goede plek.”, zegt ze. “Maar je moet wel gewoon naar huis gaan hoor – ander vries je vast.” Onzin praat. Tot aan het fluitje van de conducteur – het sissen van de deur. Tot aan de adem op het raam. Haar hand op de mijne – onze handen tegen het raam.
Tot zij verdwijnt in het vacuüm van die ruimte – de vacuüm van ons afscheid. Ik haar niet meer voel. Haar niet meer kan zien. Ze langs een spoor verdwijnt. In een vooraf bepaalde route. Ze niet meer kan afwijken – terug kan komen – omdraaien.
Haar geur achterblijft op mijn jas.