Een gemis is het niet hebben van wat men nodig heeft of graag zou willen hebben. Hierbij ervaart diegene in meer-of-mindere-mate een gevoel van smart. Dit kan ook omvatten dat men iets gewend of gewoon is, maar niet meer heeft of kan gebruiken, wat dan meer een gemis is van een bepaald gemak of welvaart dat men had. Bij een gemis heeft men veelal het verlangen dat het er weer is, echter is een verlangen niet per se iets van een gemis vanwege dat het er nog niet is (was).
De geur van een koud station ken ik. Zo een als Sloterdijk, herkende ik. Waar de wind geen enkele hoek met rust liet. De kou – omdat je wachtte net iets te lang duurde. Je daar stond en in de verte een groepje vrienden zag staan. Je, je afvroeg wat ze bespraken. Je niet begreep waarom je daar niet stond. Zij daar ook stond en je dat wel wist.
Als een liedje schrijven om je gelijk te halen. Een tekst waarin je vraagt waarom. Niet omdat het uit is, maar ook al het andere er niet meer is. Het praten, gezelligheid, pure liefde om het zijn niet om kalveren liefde. Hèlen had geen idee. Wist niet van Bo – later Marieke of Maureen. Misschien had ik wel iets laten vallen – af en toe. Het voelde onwennig als ik er iets over zei.
Wij zijn creaturen van tijd – verleden als voorkeur. Wij kunnen weinig met de toekomst. Alleen verwachten. Het nu gaat voor we het door hebben aan onze neus voorbij. Als je kinderen hebt valt dat nog meer op. Zij zijn nu, maar het is moeilijk te blijven opletten. Hoe ouder je wordt hoe meer je gaat hangen aan je verleden.
Terwijl zij van al die anderen de enige was waar ik het zo graag mee wilde delen. Niet om haar jaloers te maken, maar omdat ze zo goed kon luisteren. Niet om iets veroorzaken, maar om te laten zien dat ik het snapte. Ik groeide door die meisjes. Die mij in elkaar duwde en weer uitdeukte – die mij platwalste en weer opraapte. Die mij lief hadden om wat voor rede dan ook.
Ik heb een kaart gevonden van Maureen. Een kaart met een schilderij van Edvard Munch:
Lieve Jeffrey,
Melancholie in boerenkooltaal. Eigenlijk: Melankoli, is een olieverfschilderij van de Noorse kunstschilder Edvard Munch. Het toont Munchs vriend Jappe Nilssen die op het strand treurt om de keuze van zijn geliefde Oda Krohg voor haar man Christian Krohg. Munch maakte in de jaren 1890 een hele reeks vergelijkbare versies naar dit thema. De hier besproken versie bevindt zich in de collectie van het Bergen Kunstmuseum.
Het is hier prachtig. Schilderijen vol met verloren energie. Waar wij eigenlijk vooruit moeten kijken hangt het verleden aan ons als een looier en ketting. Zo als “De schreeuw” (andere kaart volgt vast). Het enige dat we kunnen doen – als we in Melancholie eindigen.
“Zie je haar dan nog wel eens?”, vraagt Maureen. “Natuurlijk, ze zit op mijn school.”, zeg ik. “Heb je daar last van?”, vroeg ze. “Nee joh.”, zeg ik overtuigd. Daarna “Soms, een beetje. Het is al minder.”, voeg ik toe. Het is een vreemd gesprek.
“Ik moet volgende week naar Noorwegen”, zegt ze. “Naar het Bergen Kunstmuseum, ik zal je een kaart sturen.”