Bij temperaturen onder het vriespunt vormt sneeuw zich wanneer waterdamp tot ijskristallen verrijpt. Dit proces vindt vooral plaats tussen -5 en -20 °C en optimaal bij een temperatuur rond -12 °C. Bij deze waarde is het verschil in de dampdruk ten opzichte van water en ijs het grootst en gaan watermoleculen van onderkoelde waterdruppels naar vrieskernen. Deze vrieskernen dienen als een soort katalysator en brengen de bevriezing versneld op gang. En dan ontstaan er kristallen.
De sneeuw ligt in Hillegom langer dan in de stad. Op de landerijen achter het huis van Ingrid de tante van Marinda. Nog voor wij mochten slapen in het huis van de ouders van Marinda sliepen we daar. Zag ik de ijskristallen vormen op het zolderraampje. En vormde de adem van Marinda wolken in het licht. Dan draag je kou samen. Met de warmte van alle liefde.
Als sneeuw valt op de straten en alles bedekt is – is het tijd om met je lief naar buiten te gaan. Naar buiten te gaan en tegen elkaar leunend te gaan wandelen. Omdat je dan elke voetstap van haar kunt horen. Je elke adem kunt zien. De kou je doet beseffen hoe warm je het hebt samen. En elk woord niet wordt verstoord door onnodig geluid. Elk geluid moet vechten en zoekt naar een plek dat onbedekt is – om erlangs te kaatsen en hoorbaar te zijn. Het meeste geluid doodvalt in de sneeuw.
Soms duurt kou langer dan je verwacht. Duurt het nog steeds. Tijd is streng als kou blijft duren. Soms hebben dingen tijd nodig – ouders die moeten wennen aan hoe het is. Het eigenlijk nooit doen. Mijn vader had tegen mijn zus gezegd dat hij het niet wilde weten. Hij het er niet over wilde hebben toen ze vroeg of haar vriend mocht blijven slapen. Hij hem wel tegen zou komen in de ochtend bij het ontbijt.
Ik dacht dat dat ook voor mij gold. Dat ik Marinda kon vragen om bij mij te slapen. Dat ik dat niet hoefde te overleggen. Niemand het wilde weten. Ik had mij vergist. Daar is toen nog wel iets over gezegd, ik had het afgedwongen. Het was niet mijn intentie, maar ik had het verkeerd ingeschat – bedacht. Er waren maar weinig grenzen nadat mijn zus ze een voor een al had opgezocht. Zoals elke puber dat behoort te doen. Toen mijn vader elke sleutel in het slot hoorde vallen en dan in slaap viel.
Het was niet gek dat dit zo was – mijn ouders er moeite mee hadden. Dat dat kleine meisje zo maar bij mij in bed lag – ze haar ouders daar nog niet over hadden gesproken. Ze nog niet veel ouder was dan mij dochter nu. Dat deden ze goed – het was niet onterecht. En dus was daar die ongemakkelijke avond waarin de ouders van Marinda waren uitgenodigd. Mijn moeder verwoed connectie zocht met de moeder van Marinda. De ouders van Marinda zagen waar ze faalde – naast dit warme gezin.
Het was toen dat ik zag dat ouders zijn moeilijk is. Je je kinderen wel iets gunt maar je moet wennen aan dat het nooit is wat je verwacht. Je wil dat alles hetzelfde blijft. Je dochters en zonen onaangetast blijven. Er niemand goed genoeg is voor je kinderen. Voel je warmte van je ouder naar diegene die je liefhebt met een onderliggend kou. Het is afgedwongen zonder dat je er iets aan kunt doen.
Soms duurt kou langer dan je verwacht.