Het eiland Man is een eiland in de Ierse Zee. Het is net als de Kanaaleilanden een Brits Kroonbezit. Het is geen onderdeel van het Verenigd Koninkrijk (al wordt het daar vaak mee geassocieerd), noch van de Europese Unie. Het staatshoofd is Elizabeth II, die de titel Lord of Mann voert. De staatsvorm is een constitutionele democratie. De naam van het eiland is mogelijkerwijs afgeleid van de naam van de Keltische god van de zee, Manánnan Mac Lir. Manx is de genitief van Man in het Engels, in de betekenis “afkomstig van Man”. Manx is ook de benaming voor de inwoners van het eiland en eveneens van de Manx-Gaelische taal, die behoort tot de Keltische talen. Deze taal is midden twintigste eeuw uitgestorven en wordt op dit moment nieuw leven ingeblazen. Zo’n twee procent van de bevolking is de taal nu machtig.
Sommige mannen zijn een eiland. Spreken een taal die niemand meer verstaat. Robuust en tegen weer en wind bestendig- zo als elk eiland hoort te zijn. Zo als sommige vrouwen ze graag ziet. En anderen van een afstand – het liefst met een zee van ruimte ertussen. Omdat ze vaak dingen doen die niemand zou willen. Ze zich misdragen. Van boefjes tot debielen van ondeugend tot duivels. Zij de vrouw dingen aandoen – het meisje. Ze dat kunnen. Ze niet beter weten of wel weten. Het ze niet interesseert.
Ik ken dit soort mannen wel. En hoewel ik mij niet associeer met ze – zit er ook een eiland in mij. Herken ik pijnlijk genoeg sommige eigenschappen. Gaat dat voorbij aan mijn beschaafdheid – voorbij aan evolutie en mijn wens naar gelijkheid in alles. Niet een die snel anderen iets aandoet, maar wel met de wens naar een eiland. Een waarop ik mij graag eens zou willen terugtrekken. Tot bezinning te komen. Man zijn. Mannen zijn vuilnis en daar hoor ik bij. Er is een tweedeling en ik ben een van de twee. Daar zit oorlog tussen – niet altijd, maar wel te vaak.
Het is niet voor niets dat in de meeste natuurlijke processen de man het onderspit delft. Hij zijn kop al verliest tijdens de daad – en dat best vindt. De vrouw is in zo veel andere organisme en instincten het sterkere geslacht. Wij als mannen hebben het weten te verhullen – ze iets wijs gemaakt. Zo sterk in de eeuwige strijd. Het zoeken naar goede eigenschappen. Eigenschappen die je kroost sterk en weerbaar maken. En als dat zo is gekozen mag hij daarna weer vertrekken. Tenzij.
Ik droomde dat ik de man was – de man voor haar. Dat al die andere mannen niet meer uitmaakte. Dat zij wel van haar hielden, maar soms iets meer van hunzelf. Dat zij wel zorgde, maar niet altijd voor haar. Dat zij haar wel beschermde, maar zij zich niet altijd kon beschermen tegen hun. Zij haar liefhadden, maar niet zo ontzettend veel als ik. En ik haar niets zou laten overkomen, nooit.
De vrouwen die ik ken zijn dat ook – sterk. Van mijn moeder en schoonmoeder tot de moeder van mijn kinderen. Vrouwen die mij hebben geleerd dat ik mijn zonen anders moet opvoeden. Dat zij aan de voet staan van die man – die hoewel zij soms een eiland zijn, wachten tot liefde aan land komt. Dat kan aanbidden – waarderen en liefhebben. Om een brug te slaan of een tunnel te graven.
En te beschermen tegen andere talen – talen die niemand meer spreekt. Neandertalers.