Het woord carillon is een verbastering van quadrillon. In dat woord is het getal vier te herkennen. Het betekende oorspronkelijk een wekkering of voorslag, vier klokjes die een melodietje speelden om de uurslag aan te kondigen. Een beroemd voorbeeld daarvan vindt men in Engeland waar veel torens de Westminster chimes laten horen zoals op de Big Ben in Londen. De Damiaatjes zijn de klokken in de Grote Kerk van Haarlem. Deze klonken oorspronkelijk zodat buitenlui de stad nog konden verlaten voordat de stadspoorten sloten. Nu echter ter herinnering aan de verovering van het Egyptische Damietta, ook Damiate genoemd tijdens de Vijfde Kruistocht in 1218/1219.
Elke kruistocht eindigt toch wel in een telleurstelling. Zo ook die van Marinda. Eerst de afwijzing bij de toneelschool. Een school met onmogelijke aanname cijfers, maar toch. Na 2 dagen vermoeiende en zenuwslopende screenings zie je je kansen groeien. Tegen alle statistieken in. Daarna afwijzingen van eerst de Rietveld en toen de kunstacademie in Den Haag. Huilen totdat ik dacht dat het niet meer op zou houden. Zo was het.
Volhouden daar gaat het om. Tot je in de pan werd gehakt langs de Nijl met je suffe Europese knollen – tegen echte arabieren met veel te snelle paarden. Damietta was belangrijk in de 12e en 13e eeuw tijdens de kruistochten. In 1169 viel een vloot van het koninkrijk Jeruzalem, met steun van het Byzantijnse Rijk, de haven aan, maar ze werd verslagen door Saladin.
Tijdens de voorbereidingen voor de Vijfde Kruistocht in 1217 werd besloten dat Damietta het centrale punt voor de aanval moest zijn. Het beheersen van Damietta betekende controle over de Nijl, en vandaar zou men Egypte kunnen veroveren, dacht men. Vanuit Egypte kon men dan Palestina aanvallen, en Jeruzalem heroveren. De haven werd belegerd en in 1219 slaagden de Haarlemmers onder leiding van Willem I van Holland erin de ketting te doorbreken waarmee de Saracenen de haven hadden afgesloten. Het beleg en de bezetting van Damietta wordt verder beschreven in het lemma Wapen van Haarlem.
Tijdverspilling dat was het. Gevolg was een tussenjaar. Ik had wederom een vriendinnetje dat druiven ging plukken in Frankrijk. Te lang weg ging en ik moest missen. Druiven plukken is voor meisjes die niet weten wat ze willen. Die geen idee meer hebben waar het heen moet. Om van het water wijn te maken. Van de zoute tranen iets zoets. Te zorgen dat iedereen je aardig vindt en je niet aan het kruis wordt genageld – afgewezen. Dat zorgt immers enkel voor onnodige kruistochten.
Daarna ging dit meisje werken bij het Hotel het Carillon in Haarlem. Had ze een kamer vlak achter het station. Kon ik haar vrijwel elke keer na mijn avonddienst ophalen. Bij het Carillon waar ze aan de bar hing na een dag hard werken. Trok ik haar naar mij toe en konden we kiezen in welke kamer dat ging gebeuren. Het was de mooiste tijd samen. Het kostte wel wat tranen, maar dan had je wel wat.
De eerste dagen dat Marinda werd ingewerkt ging het goed. Ze maakte ontbijt voor de gasten en werkte op het terras. Dat eerste weekend was het drukker. Hoewel ze verder niet snel in paniek was – viel dit wel op. De vloer was glad langs de zijkanten van het pand. Daar was ze wel achter gekomen. Ze had haar dienblad met inhoud over een man in driedelig pak geworpen. “Don’t worry girl.”, zei hij. “I got one just like this in my room upstairs.” Marinda hing met deze man aan de bar toen ik binnenkwam. Er werd spontaan nog een hele fles wijn opengetrokken.
Het was tot de onrust weer begon. De avonden dat ze met de damiaatjes op de fiets het centrum van Haarlem verliet wel kende. Ze wist dat er iets anders nodig was en ze zich inschreef op het ‘Han’ in Nijmegen. Die zomer verhuisde ze weer – naar veel te ver weg. Toen was mijn bed naast mij vaker leeg dan ik inmiddels weer gewend was. Moest ik kruistochten houden om dat op te lossen. Als ik niet op tijd thuis moest zijn voordat de poorten sloten. Ik een ochtenddienst draaide en vroeg op moest, haar blauwe ogen zo miste.
Haarlem was niet haar stad, zij was slechts buitenlui. Zo voelde het. Niet voor mij, maar het ging helemaal niet om mij.