Vader is de naam voor een man of mannelijk dier met een nageslacht. Het betreft hier dus een eerstegraads verwantschap. In de meeste gevallen heeft de man het nageslacht zelf bevrucht. In dat geval wordt ook wel gesproken van een biologische vader. Als een kind een andere biologische vader heeft dan degene die als de vader van het kind wordt gezien, wordt al naargelang de situatie gesproken van een adoptieve vader of adoptievader, pleegvader of stiefvader, meer in het algemeen van een juridische of wettelijke vader.
De eerste keer dat ik de vader van Hèlen zag was dezelfde dag dat zij hem zelf sinds lange tijd weer zag. Het was mij onduidelijk wie er nu nerveuzer was – zij of ik. De vader van Bo deed wat hij moest doen – zorgen voor 2 veeleisende dochters op de beste manier dat hij nog kon. Nadat hij de liefde van zijn leven was kwijtgeraakt. Hij haar elke dag zag in de ogen van zijn dochters. De vader van Maureen heb ik nooit gezien of gesproken – ik wist van een moeder in Medemblik maar dat was van een kaartje.
De vader van Marieke was in de war – droeg de consequenties. Wist niet meer wat hij de ander al had aangedaan. Met de vader van Lieke was niets mis, hij stond elke wedstrijd langs de lijn en paste goed op zijn dochter. Lette op. De vader van Marinda vertrok toen de dames het huis uit was. Hoewel ik een fijne toevoeging was onder het geweld van 3 dames in dat huis – een verademing wellicht. Was het vaderschap hem niet gelukt. Nienke had wel gesproken over haar vader. Een intelligente man die zijn lieve vrouw langzaam maar zeker zag verdwijnen.
Ik heb vele vaders gekend – niet in het minst en helemaal boven aan mijn eigen vader natuurlijk. Ik lijk op hem qua uiterlijk, maar mijn zorgeloze jeugd en duidelijkheid in wie mijn ouders waren en zijn, maken mij een ander mens. Ik kende en ken onvoorwaardelijke liefde van allebei mijn ouders – van hem. Hoewel ik op dit moment twijfel aan alles – doe ik dat niet aan dat – dat zij van mijn houden. Ik denk dat zij hun positie net zo onbegrijpelijk en pijnlijk vinden als ik. Net zo lang tot ze er zelf maar een streep onder trekken.
Wat is er zo leuk aan mij dan?”, vraag ik Nienke. Het duurt even voor ik antwoord krijg. “Jij bent vast een leuke vader voor onze kinderen.”, zegt ze.
Toen we de trein uitliepen zei ik: “Doei, succes hè!” daarna gaf ik Marinda een hand. “Dat jochie had ik zo mee willen nemen.”, mompelde ik. Ik reikte Marinda iets aan waar ze nog nooit over na had gedacht. Niet andermans kinderen meenemen natuurlijk, dat is geen goed idee. Maar zelf kinderen hebben. Onschuldig was het. Het was gewoon iets wat ik voelde. “Jij wordt vast een goede vader.” zei ze.
Dit waren momenten waarin ik nauwelijks met vaderschap bezig was. En dat is maar goed ook. Als je geen vader wilt worden moet je veilig vrijen. Vader zijn is het moeilijkste wat er is. Ik neem de vaders van mijn liefdes niets kwalijk. Ik zag ze om wat voor rede dan ook ergens de mist in gaan, maar vader zijn is lastig. Vaderschap is echter ook een ongekende kracht – een kracht op te staan en voor je kinderen te zorgen.
Zorg ervoor dat je er bent op momenten dat antwoorden verwacht worden. Kinderen je vragen stellen en je ze geeft als je ze hebt. Je geen stilte laat vallen. Je neerlegt waar je mee bezig bent. Dit – omdat ze jouw mening als vader vragen en ze er naar willen luisteren of soms niet naar willen luisteren.
Ik weet niet of ik het ben – een goede vader. Ik ben wel altijd mezelf. Het lijkt er een beetje op.