De slinger van Foucault is een lange slinger die geheel vrij kan oscilleren. De slinger moet in staat zijn om urenlang in beweging te blijven, want als men de slinger handmatig in beweging houdt, kan men (gewild of ongewild) ook het slingervlak beïnvloeden. Dit kan bereikt worden door een zeer lange slinger te maken, met een zwaar gewicht aan de onderzijde. Een slinger van Foucault werd voor het eerst tentoongesteld op 26 maart 1851. Het aardige van het experiment is dat het de draaiing van de aarde bewijst in een geheel afgesloten ruimte, zonder zicht op de zon en de sterren; het bewijs van de aardse draaiing wordt geleverd zonder astronomische waarnemingen.
Het wordt tijd om het bed uit te stappen. Ik heb genoeg voorgelezen. Hèlen vind het wel bijzonder, maar meer moet ik niet te delen. Hèlen moet naar huis – niet van mij, maar om iets anders. Na een snel ontbijt zijn we vertrokken. Ik heb haar een kus gegeven op het station en een dikke knuffel. Het is goed zo. Ik had en uitlaatklep nodig – het is misschien een beetje dubieus dat zij het was, maar er is niemand meer die er iets van zegt. De eerste keer dat iemand weer het bed deelt met mij – is Simone het.
Ik heb een kaart van Maureen gevonden. Het is van een tweede korte bezoek aan Parijs. Ik ben van alles aan het opruimen. En terug in de doos aan het stoppen. Op de voorzijde staat de De slinger van Foucault:
Lieve Jeffrey
Ik ben voor stukken met Hella mee. Je hebt haar en keer gesproken in de Rijksmuseum tuin. Ze is dat klein dametje met brilletje. Ze was erg van jou gecharmeerd. We zijn in de pauze langs geweest bij het Panthéon. Bij de ingang staat de tekst “Aux grands hommes la patrie reconnaissante” dat los vertaald “Voor de grote mannen, het dankbare vaderland” betekend. Het Panthéon is een enorme crypte voor “grote mannen”. Ik vind het jammer erover te beginnen, maar ik had het met Hella over grote vrouwen. Grote vrouwen in wetenschap en kunst. Ze liggen er niet bij.
Een daar van was Mary Cassatt. Ze was een Amerikaans impressionistisch kunstschilder, bekend om haar portretten van moeders en kinderen. De vergadering ging over werken van haar. Ze had een bijzonder hechte band met haar zus, die vaak voor haar poseerde en met wie ze vanaf 1874 ook een appartement deelde in Parijs. De twee zussen bleven bewust vanwege de wens hun vrijheid te houden ongehuwd. Beiden geloofden ook sterk in de superioriteit van de vrouw, in een wereld vol mannen die uit waren op lust. Grote mannen.
Ze vestigde zich in Parijs. In 1868 werd voor het eerst een van haar werken The Mandoline Player, aanvaard voor het Parijse Salon. Een grote kunsttentoonstelling, die regelmatig in Parijs plaatsvindt. Mijn voorkeur voor de badende vrouw van Bonnard komt terug in mijn voorkeur voor haar werk in droge naald en diepdruktechniek (jij als graficus waardeert dat vast) het stuk heet The Bath. Help me even herinneren als ik thuis ben.
Ik moet ook in bad. Ik hou verschrikkelijk veel van Parijs, maar de vergaderruimte was klef en warm. En deze stad is op sommige plekken te druk. Deze aarde blijft maar draaien, ik heb het binnen gezien in het Panthéon. En de slinger van Foucaul. Het zit in mijn huid. Het moet vandaag weer even van mij af weken.
Zullen we aankomend weekend weer naar ‘Zero’ gaan? Dat lijkt me leuk.
Dikke Kus, Maureen.
Ik zou de brieven en kaarten van Maureen moeten inlijsten – haar verhalen. Ze een plek moeten geven – waardevol als elke grote vrouw was – zo als zij ze zag en aanbad en ik. Zo lang deze wereld draait. Ze ophangen naast net zo’n grote vrouw – mijn Simone – moeder van onze kinderen.
Groot – groter, naast het grootst.