Een fiasco is een mandfles voor wijn. In de late middeleeuwen is deze fles – ommanteld met stro – ontwikkeld als bescherming tegen breuk. Zij was vooral in de tweede helft van de 20e eeuw bekend van het wat eenvoudigere type wijn Chianti. Vanwege de kostprijs wordt dit type fles niet zo vaak meer gebruikt. Internationaal heeft het woord Italiaanse woord “fiasco” de betekenis van mislukking.
Ruth haar reis was verre van leuk verlopen, zo begreep ik. Het vriendinnetje dat mee was was op alles snel uitgekeken. Het was een teleurstelling – een fiasco. “Wat ga je nu doen dan?” vroeg ik. Ik was nog maar net weer een beetje over de shock heen dat ik haar stem weer hoorde. “Werk zoeken.”, zei ze. “En een thuis.”
Ik vond het allemaal zo bizar. Er waren momenten van stilte. Dat ze wachtte op dat ik iets zou zeggen – denk ik. Wachtend tot ik vroeg of ze misschien terug wilde komen. Ondenkbaar – onmogelijk, maar ik speelde er wel mee. Met het vertrouwde – iets dat ik kende, maar elke keer als ik er aan dacht schoot Nienke door mijn hoofd. Niet boos of verwijtend, maar als mijn voorkeur voor haar vóór iemand anders. Vóór Ruth.
Ik blader soms terug. Er staat zo weinig over Ruth in mijn schriftjes. Dat kwam omdat ze er altijd was. Als ze weg ging kwam je altijd weer terug. Omdat we hier woonde. Ze schuilde hier tot het einde van het regenseizoen. Tot ze wegging en ik dacht dat ik haar nooit meer zou zien – voelen. Zoenen en al dat andere. Ik was zo boos – zo verdrietig -zo ongelooflijk in de steek gelaten door haar. En ze belde mij alsof er niets aan de hand was. En ik belde haar terug alsof er niets gebeurd was.
Nienke kwam die avond slapen. Ze had een fles Chianti mee genomen. We wilde die in een park op maken maar het regende. We hebben gepicknickt in de kamer. Met brood en smeersels van haar verjaardag. Ik was afwezig. Tot ze me lonkte naar boven. Geen hamster ons in de weg stond. Geen broertje ons kon horen.
Stilte tot je niet meer stil kan zijn. Je hart en lichaam zo hart kloppen – bonzen dat het er uit moet – knalt. Als vuurwerk – schilderwerk in alle kleuren. Het er van af spat. Tot het lanzaam van ons afglijd. Van onze lichamen en alleen het blozen blijft. Het gloeien. Tot we in slaap vallen. Als vallende sterrren af en toen schokkend weer wakker worden – de andere wakker maken. En niemand ons kon horen.
En dat was maar goed ook.