Oefening baart kunst. Het geheim om succesvol te zijn, is namelijk: oefenen! De bekende pianist Vladimir Horowitz zei al: ”Als ik een dag niet oefen, merk ik het zelf, als ik twee dagen niet oefen merkt mijn vrouw het, maar als ik drie dagen niet oefen, merkt de hele wereld het!” Als je iets wilt leren moet je veel oefenen. Oefenen is vervelend en saai , maar niet altijd.
De pianosonate nr. 14 in cis mineur, opus 27 nr. 2, ook wel bekend als de Maanlicht sonate is de veertiende van Beethoven en één van zijn bekendste werken. Vooral het eerste deel is erg bekend. Beethoven noemde het werk net als zijn vorige: “een die als fantasie aandoet.”
Op de versie van pianist Vladimir Horowitz kun je goed oefenen – als je wilt leren zoenen.Het bandje is bijna klaar. “Nog nooit een vriendje?”, zeg ik. We zitten in kleermakerzit bij het tapedeck. “Nee, ik heb nooit echt tijd gehad. Behoefde – misschien was het ook wel angst.”, zegt ze. Gelukkig is de spanning uit de lucht. Het is belangrijk dat je je fijn voelt bij iemand als je voor het eerst zoent. “Jij hebt vast genoeg geoefend.”, zegt ze. “Ja, ik heb er wel wat tijd inzitten, maar ik oefen het liefst nog elke dag.”, zeg ik. Nienke grinnikt.
Ik strijk haar donker blonde haar achter haar oor. “Waarom heb je voor mij wel tijd dan, of geen angst.”, vraag ik. “Ja, dat weet ik niet zo goed.”, zegt ze. “Er is niets erg gebeurd ofzo?”, vraag ik. Nienke schudt haar hoofd. “Nee, het is meer dat mijn moeder meer zorg nodig heeft en het alles zo immens complexer maakt.”
Ik begrijp het nog steeds niet. “Misschien was ik wel aan het wachten op iemand die echt interesse toonde in mij. Wilde luisteren of misschien heeft Wouter wel alles geforceerd”, voegt ze toe. “Ja, Wouter.”, zeg ik. “Wouter wilde ook wel luisteren.” Nienke doet haar bril weer op. “Die had meer zo iets van ‘dit gaan we nu even doen’.” “Wat is er zo leuk aan mij dan?”, vraag ik. Het duurt even voor ik antwoord krijg. “Jij bent vast een leuke vader voor onze kinderen.”, zegt ze.
Ik krijg het benauwd. “Wow”, zeg ik. “Je slaat nu een paar enorme stappen over. Ik heb ineens het gevoel dat ik vanaf nog de uitleg van het spel ineens bij het 3de honk sta.” Nienke moet lachen. “Zo bedoel ik het niet, maar volgens mij heeft elke vrouw met een kinderwens deze natuurlijke gedachte wel eens.”, zegt ze. Ik zoek nog steeds angstig naar het compliment. “Voor een meisje met weinig ervaring is het toch een opmerkelijke gedachte.”, zeg ik.
“Zullen we maar naar bed gaan dan?”, zeg ik. De angst in mijn ogen is ineens verplaatst naar die van haar. “Hee, dat was een grapje – ik ben niet zo verzot op maagden hoor.”, zeg ik. “Daar blijf ik liever ver van weg.” Nienke kijkt mij vragend aan: “Hoezo?”, zegt ze. “Dat vertel ik je nog wel een andere keer. Anders ga je vast op de bank slapen of als eeuwige maagd door het leven”, zeg ik. “Nee maar er gebeurd heus niets hoor vanavond – dat snap ik wel.”
Tijd: Marinda krioelt als eens octopus in het bed. Alsof we geen tijd hebben. “Hee”, zeg ik. “Hee joh.” Ze kijkt me verschrikt aan en stopt met bewegen. “Wat?”, ik strijk met mijn wijsvinger over haar neus. “Hee joh, we hebben tijd er is hier niemand – niemand in dit huis. Alles mag maar het hoeft niet allemaal tegelijk.” Ik eindig met mijn vinger bij haar lippen. “Doe eens rustig, dat mag best.” Marinda zucht en knijpt een oog dicht. “Mja dat weet ik wel – dit is gewoon zo lekker.”, zegt ze.
Ik haal het bandje uit het deck. “Ik denk dat we nog wel een wijntje mogen.”, zeg ik. Nienke knikt.