Vernuft is het vermogen om iets uit te denken. Dat wat je wilt ook te doen ondanks allerlei verleidingen om het anders te doen – of obstakels. Uitdenken als anderen zeggen dat het anders moet of niet kan. Ze je wijzen op iets dat de voortgang van iets anders belemmert. Vernuft is meer dan op een slimme manier een doel te bereiken. Vernuft is wat je doet met souplesse – en veerkracht. Het is een oplossing vinden op de meest mooie manier mogelijk.
Hoe Marinda de avond ervoor had gearrangeerd was met vernuft. Ze had niets aan toeval overgelaten. Het begon tijdens een van haar gesprekken met Ingrid op het park in de Ardennen. Waarin ze haar wens een plek met mij te hebben uitsprak. Ze had het idee met voorzichtig in het hoofd van Ingrid geplaatst – netjes en eerlijk. Het was na een vervelend gesprek met haar moeder tijdens de afwas. Dat gesprek dat begon met een onschuldige vraag maar eindigde met iets heel anders.
Ze snapte het wel. Er had geen enkele andere man ooit in het huis van haar ouders ooit geslapen – dat was wel een dingetje. De enige man in dat huis faalde helaas. De grote vraag was of ik dat zou overleven. Ingrid en Marinda hadden daar enorm om gelachen. “Vast niet.”, had Marinda gezegd.
Ingrid was een vrijgevochten ziel. Joop had haar enigszins getemperd, maar je moest je niet vergissen. Meisjes hoorde veilig te zijn als ze willen zijn met hun liefde – met geliefde. Niet in een steegje of met een smoes – nee, eerlijk en veilig. Ze had Marinda gezegd dat het geen probleem was als iedereen het gewoon wist. Ingrid wilde geen gedonder – dat was er al genoeg. Dus had het ze het er over gehad met de moeder van Marinda. Als Ingrid iets kon – was het wel iemand overtuigen. Met vernuft. Het hielp intussen ook wel dat ik een mooi halletje had achtergelaten bij de oma van Marinda.
Ze had een heerlijk ontbijt klaar toen er weer een beetje leven hoorbaar was van die zolder. Ze vond het heerlijk om zo’n jong stel aan tafel te hebben. Het was nogal vreemd beneden aan tafel te schuiven. Ik had eerst gedoucht. Ik kan de dag niet op een ander manier beginnen. Ingrid gaf mij ook een zoen na Marinda. “Hebben jullie het fijn gehad?, vroeg ze. We konden er eerlijk op antwoorden zonder details. Het brak al het ijs dat ik nog voelde.
Ik kon vandaag niet eerst douchen. Ik moest in bed blijven vandaag – het mocht. “Dat mag papa – dat mag, want vandaag is het vaderdag.”
Er is maar één grote regel in vaderschap. Er zijn ook een hele hoop kleine regels – zo als: bescherm je kinderen, neem de tijd en knuffel ze alsof je leven er vanaf hangt – tot ze het niet meer willen.
Maar die ene grote regel is: Zorg ervoor dat je er bent op momenten dat antwoorden verwacht worden. Kinderen je vragen stellen en je ze geeft als je ze hebt. Je geen stilte laat vallen. Je neerlegt waar je mee bezig bent. Dit – omdat ze jou mening als vader vragen en ze er naar willen luisteren of soms niet naar willen luisteren.
Deze laatste periode heb ik nog iets anders geleerd. Iets dat ik hoop dat ik onthou al ik nog ouder ben.
Marinda en ik gingen wandelen, langs het kanaal tot aan het park. “Als we willen kan het vaker.”, zegt ze. “Ik wil er alleen niet te veel misbruik van maken.” Ik zocht haar hand. “Dat snap ik, het maakt ook niet uit. Ik kan er wel weer even tegen aan hoor.” Ze was nu mijn binnenpretje. Alsof het een snoepje was waar ik nog op sabbelde en het was nog lang niet op. Een gedachte waar ik op kon teren.
Aankomende week ga ik met de examenklas naar Antwerpen. Mijn ex-vriendinnetje uit Alkmaar is er ook bij. Ik heb haar al zo lang niet gezien.
Gelukkig heb ik mijn binnenpretje. Als het gevoel niet te snel opraakt, komt het vast goed.