Een reeds aanwezige kater kan bestreden worden door het drinken van veel vocht. Cafeïne houdende dranken werken echter averechts. Het eten van iets sterk gezouten verbetert de vochtbalans. Zout houdt vocht vast, wat belangrijk is omdat alcohol het tegengestelde doet. Het gebruik van pijnstillers als paracetamol is niet altijd aan te raden aangezien deze ongewenste interacties aan kunnen gaan met alcohol die nog in het lichaam aanwezig is. Wel is het zo dat de pijnstillers meestal een positief effect zullen hebben op symptomen als hoofdpijn.
Averechts dat was mijn richting gisterenmorgen. Het lijkt het thema van de aflopen weken – Averechts. Het geeft niet, ik had genoeg te doen. Ik slik niet graag iets – medicatie. Als ik vind dat ik het verdien dan is het prima – een kater. Je moet het slikken soms. En zorgen dat je verhaaltje al af is. Voor de verwarring eergisterenavond al online.
Ik werkte bij Pharma-chemie. Alles wat er maar te slikken was tegen een kater ging daar in eindeloze blisters langs de lopende band in kleine doosjes – dan weer in grotere dozen. Bij voorkeur met instructies die je onmogelijk een tweede keer het doosje weer inkreeg. Mensen hadden daar geen last van katers of hoofdpijn. De dames van de inpak konden altijd wel iets slikken.
Marinda is op – op. Daar is wel een beetje alles mee gezegd. Ze heeft haar moeder nog niet gezien. Ingrid zit met een kopje thee op de veranda. “Je mag wel een sigaretje roken hoor. Het ziet er niet naar uit dat je moeder vandaag nog haar bed uit komt.”, zegt ze tegen Marinda. Het kleine lichaam van Ingrid kan er wel tegen – ’n beetje alcohol. Een beetje wel. Marinda heeft wel vaker een sigaretje gerookt waar Ingrid bij was – samen. Toen ze er niet meer tegen kon en bij haar verbleef. Het was niet het enige dat Marinda van al haar geheimen deelde – dat roken.
Met een bloknootje van het park in de Ardennen is ze als een kleermaker gaan zitten en gaan schrijven. De Oosterse variant van de kleermakerszit is de lotushouding. Het verschil met de kleermakerszit is dat de voeten op de knieën rusten. De naam is historisch – kleermakerszit: enerzijds zijn er vele kleermakers die nooit in de kleermakerszit zitten, anderzijds zijn er veel mensen die geen kleermaker zijn en regelmatig wel in deze houding zitten.
Mijn Lotus is geen kleermaker – ze kan er wel een klerenzooi – maken. Marinda is kauwgom gaan kauwen. Het was om de smaak van de dooie mus in haar mond weg te krijgen. Ze had het ongemerkt om haar vinger gewonden, tot dat – het bloed uit het topje van haar vinger duwde.
En toen, nou ja – toen zat het ineens in haar blonde haren. Het gebeurde voor de neus van dit bloknootje – waar het papier vandaan kwam – en de neus van Ingrid. “Het zit nu in je haar, sufferd.”, grinnikte Ingrid. Marinda kon er niet om lachen. Ze had het wel allemaal opgeschreven. Samen met het dragen van haar kater, het avontuur gisteren, het stampvoeten en te veel Kriekbier.
De eerste keer dat ik met Marinda had afgesproken was kauwgom al haar vijand.
Het is vast nog steeds zo.