Een overall is werkkleding die, zoals de naam al aangeeft, over andere kleding gedragen wordt. De overall, of in het Nederlands het ‘ketelpak’, werd aanvankelijk vooral gedragen door classificeerders die de binnenzijde van stoomketels schoon bikten van ketelsteen. Het kledingstuk heeft de functie om de gebruiker te beschermen tegen vuil en schade.
Marinda had ook een Ketelpak – een Overall. Als ze bollen ging pellen. Blauw – het bracht haar ogen altijd als heldere glazen knikkers nog meer naar voren. Dat was dan ook het enige
zichtbare. Voor de rest zag ze er uit als een knaapje. Een knaapje uit het kolenhok. Met een peukje in haar mond en zand op haar snoet. Er was geen kerel op de dijk die nog naar haar floot als ze ook nog haar pet op had en langs fietste.Het was het enige dat hielp in de bollenschuur. Iets zonder gaten en kieren – openingen. In die schuur. Waar de flinterdunne huid van de Narcissenbollen door de lucht dwarrelde als glasvezels – vlijmscherp. Met handschoenen aan en sokken tot over haar kuiten was alles onbereikbaar. Marinda had een bloedhekel aan dit pak. Vooral als ze het aan het einde van de dag moest uittrekken. Ik heb dat een paar keer gezien.
Ik vond het prachtig. Als een cocon, e
en huls – het langzaam van haar afgleed en haar sport BH en slip over haar heupen zichtbaar werden. Als het duidelijk werd en onmogelijk te denken dat het nog een knaapje was. Het waren nooit complete setjes. Die combinaties van lingerie. Vast en zeker – in de ogen van andere dames. Ze pakte wat ze kon. Roze BH, blauwe slip. Het interesseerde haar niet. Mij ook niet. Als ik haar zo zag moest het uit, maar ik mocht haar met geen vinger aanraken dan. Met geen vinger.Ik had ook een Overall – een Ketelpak. Er is een periode dat je mij er in uit kon tekenen. Op mijn skelter, door ‘de Roos’. Op onderzoek op de fiets met mijn vogelboekje. Langs de sloot starend naar waterjuffers en kikkerdril. Tot ik er in flikkerde. Dan was mijn moeder blij dat ik enkel mijn Ketelpakje aan had. Ze mij kon strippen met het kroos op mijn hoofd en met enkel een lange rits. Onder de douche kon duwen en daarna mijn tanden kon poetsen op de wasmachine – dat was als ik niet mijn kiezen op elkaar hield. Daarna werd mijn pak voor de volgende dag weer gewassen.
Marinda heeft op een bankje onderweg een brief geschreven in haar Overall. Op bruin inpakpapier van de bollenschuur. Ze is op een bankje gaan liggen op haar buik – met haar benen in de lucht. Het hout van het zit gedeelte en de lijnen daarvan kun je nog zien in haar handschrift. Ik kan letterlijk de knoesten van de planken ontdekken. Ze heeft het op de bus gedaan toen ik nog lang niet thuis was.
“Ik moet je iets vertellen lieverd”, schrijft ze. “Als jij terug komt ben ik waarschijnlijk op vakantie naar de Ardennen. Met mijn moeder en Ingrid mijn tante.” Ze heeft met haar peukje een hartje gebrand in het midden van het papier. “We moeten elkaar waarschijnlijk, nog langer gaan missen. Dat is jammer. Want ik heb pure lust – wil en zin in jou, nu hier op dit bankje.”
Ik ben heel ver weg – ik heb geen idee. Natuurlijk was de teleurstelling groot toen ik thuis kwam. Natuurlijk – als ik daar was geweest op dat bankje,
was ik maar een lange rits verwijderd van alles. Van alles dat ik met geen vinger mocht aanraken.Alles dat zo heerlijk was aan Marinda. Ik hield mijn kiezen op elkaar, toen ik het las.