Nauwkeurigheid of accuratesse, in wetenschap, techniek, de industrie en statistieken, is de graad van overeenstemming van een gemeten of berekende hoeveelheid met zijn daadwerkelijke (ware) waarde. Hoe groter de nauwkeurigheid hoe kleiner de totale fout. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen juistheid en precisie. Als een resultaat zowel juist als precies is, wordt dit geldig of valide genoemd. De waarheid – de waarheid is voor iedereen anders. Dat is lastig.
Mijn verhalen zitten vol met gaten – onnauwkeurigheden. Zo als vele van ons denken dat iets is gegaan. Ik heb wel een hoop opgeschreven, maar niet altijd op de dag zelf. Over
Polen zelfs nog nadat ik thuis was.Je kunt niet elke dag schrijven. Niet zonder dat mensen het merken – ze er naar gaan vragen. Het willen lezen vóór het af is – en bemoeien. Ik heb vier man rondlopen in dit huis die alles horen en alles voelen – alles. D
it huis is van karton. En als je het online zet kun je het niet meer terug draaien – die gaten. En dan lijken ze zo veel groter.Je moet niet schrijven over het verleden. Je maakt het veel mooier dan het was of zo veel erger. Je hoofd laat je altijd in de steek als het gaat over verleden.
Daarom schrijf ik ook over nu. Verbanden – lijmen, puzzelen aan het nu. Ik had redactie van de basis. Van Bo, Maureen en Lieke, Marieke geloofde het wel. Wat ik niet wist heb ik uitgezocht – uitgediept en toegevoegd.Bij Marinda heb ik dat niet. Die leest geen woord van wat ik schrijf. Althans niet dat ik weet. Dat maakt het zo moeilijk over haar te schrijven – te lezen wat ik heb geschreven. Omdat ik weet hoe het eindigde en ik het daar niet met haar over kan hebben. Het is niet eerlijk dat ik over haar schrijf, maar ik doe het toch. Er staan dingen in die ze nooit zou vertellen. Waarom zou ik dat doen.
Ik wil het goed maken. Ik wil alles altijd goedmaken. Dat houdt een keer op. Dat komt omdat een klein dingetje – een woordje – handeling of moment van onoplettendheid, alles wat er voor is gepasseerd van tafel kan vegen. Het waardeloos maakt en helemaal kan uitkleden. Ik heb altijd wel woorden – nooit woorden tekort. Het is een familietrekje. Ik zie het nog steeds gebeuren. Te veel woorden en dan een woordje en alles is van tafel. Ik zit er middenin. Niet met Simone maar wel met anderen.
Mijn bloed -met mijn bloedbanden, dat waar ik uit voort kom. Familie is nog erger bij wrijving. Het is een soort vrijbrief om dingen te verwachten van elkaar die je van je beste vrienden niet zou verwachten. We zitten aan elkaar vast. Gebonden – gekneveld in eindeloze familie banden. Het is een machtiging jou iets aan te doen dat je je beste vrienden niet zou aandoen. Je zou het niet pikken en zij ook niet van jou. Ik kan er niets over zeggen, maar wat er is kan geen helder persoon verzinnen.
En dat allemaal omdat je van hun houdt – zonder consessies. “Wat er ook gebeurd”, staat op die machtiging, die zij hebben van jou en jij ook van hun. En dan mag je dus alles doen en heeft de ander altijd gelijk. Omdat zij andere dingen hebben onthouden dan jij. Ik ben vader, partner, maar ik ben ook het kleine broertje – de jongste en daar kom ik nooit meer vanaf. Daar hoeft ook niemand naar te luisteren. Je kunt wel luisteren, maar je hoeft het nooit te geloven.
Marinda heeft haar vader niet gezien toen ze 16 werd. Niet in de ochtend, niet toen ze thuis kwam en niet op het feest. Hij zat in zijn kantoortje en heeft het allemaal van een afstand bekeken en gehoord. Hij weet er geen raad mee. Marinda houdt van hem. Marinda wil zo graag van haar ouders houden en haar zus. Het moet. Het is toch je bloed, het is toch waar je vandaan komt?
Haar vader heeft geld gestort, het is onbelangrijk het is een frats. Hij had alleen maar even zijn gezicht moeten laten zien. Het maakte niet uit wanneer. Als hij het kon.
Iets laten weten, ze had het gewoon begrepen. Het zijn toch je ouders?