Het Molletje (Tsjechisch: Krtek of Krteček) is het hoofdpersonage in de gelijknamige reeks korte animatiefilms gemaakt door de Tsjechische animator Zdeněk Miler in de jaren vijftig en zestig. Het dier debuteerde in 1957. In totaal zijn er 45 afleveringen en zes korte films gemaakt. De serie werd in Nederland uitgezonden door de NOS in Het Programma met de Muis.
Ik ben naar een kinderen boerderij geweest met Grazynia de moeder van Nadria en haar broertje. Nadria heeft de hele tijd mijn hand vastgehouden. In haar andere hand zat een knuffelbeestje – Kochanie. Het is een heel speciaal molletje en wordt thuis bijzonder goed verzorgd. Ik heb Grazynia gevraagd waar zijn naam vandaan kwam. “It is her most favorite”, zei ze. Kochanie betekend lieverd.
Ik heb Kjeld en Beata achtergelaten. Zij kunnen lekker de stad in. Ik doe het wel vaker – weglopen en hun te ruimte geven. Kunnen ze lekker knuffelen. Het geeft mij ook de kans een gespotte telefooncel in beslag nemen. Mijn lieveling is thuis. Niet altijd. Ze is niet altijd thuis als ik bel.
Bo had ook een knuffel. Het was een soort vogel. Hij zag er niet uit. Kapot geknuffeld, maar het ging niet om hoe het eruit zag meer om hoe het bij haar in bed lag. Het zat me altijd een beetje vreemd aan te kijken als we lagen te vrijen. Dan duwde ik het een beetje opzij. Bo wist het altijd weer te vinden en in de rust een plek te geven. Ik was altijd nummer 2.
Maureen had een doekje met een knoop. Ze wond het om haar vinger net zo lang tot het bloed wegtrok en haar knokkels zichtbaar werden langs de inmiddels witte huid. Het viel altijd tussen de rand van bed en de muur weg. Dan wiebelde ze met haar naakte heupen en lange zwarte haren net zolang langs de rand tot ze het weer te pakken had. Dat was mooi – Hiawatha zusje.
Het knuffel konijn van Marinda had ook een lui oog. Dat was geen toeval. Ze had ook een pleister geplakt – op zijn oog. Het was toen die suffe dokter dat ook had gedaan bij haar. Ze hield dat maanden vol. Toen was Konijn gevallen en had het andere oog gebroken. Het oog dat zonder pleister onbeschermd bleef. Marinda had wel meer knuffels. Als ze ooit wil dat ik in dat bed beland moeten ze wel ruimte maken.
Simone heeft ook een knuffel. Walrus heb ik voor haar gekocht bij een dierentuin bezoek heel lang geleden. Onze toen nog 2 kinderen kon je nog in één karretje met wielen kwijt. Met een derde kom je handen en ogen te kort. Dan zijn knuffels nog belangrijker. Ongemerkt gaat hij overal mee naar toe – die Walrus. Nog steeds. Als een dwangmatigheid. Als ze er niet is is Walrus er ook niet. Die bofkont. Dan lig ik helemaal alleen in bed.
Onze kinderen hebben ze nog alle 3 – hun knuffels. Teun een kip uit Portugal. Die hadden we gekocht toen Simone zwanger was van hem. En Lotte Varkentje. Die is er volgens mij ook al vanaf het begin bij. Abel spant de kroon. Zijn bed is nauwelijks te verschonen zonder een ware volksverhuizing. Twee knuffels staan boven aan, ‘Lieveling 1’ en ‘Lieveling 2’ – zo heten ze. Het zegt een beetje wie er als eerste uit ons brandende huis gered wordt als Abel als eerste wakker wordt. Wij in iedergeval niet. Lievelingen – wat een toeval. Misschien heb ik het onderbewust weleens geopperd en komt het bij Nadria vandaan.
Zo fijn, wakende knuffels – belangrijk.
In Hillegom is een meisje jarig. Konijn heeft haar zien opgroeien. Hij had nooit bedacht dat ze hem nog in bed toeliet tot aan haar 16de, maar het is een feit. Hij rekent zichzelf elke dag rijk hier in dit bed. Hij vangt haar dromen al jaren en waakt over haar. Dat is hard nodig. Er gebeurt een hoop in het hoofd van dit meisje. De laatste tijd zijn haar dromen anders. Vriendelijker, rustiger – meer in balans. Dat is fijn.
Het laatste beeld dat ik van Nadria heb is met haar knuffel. Ik maakte een vierkantje van mijn vingers – keek er doorheen en maakte een foto. Nadria deed hetzelfde, zover dat kon met een bungelende Kochanie aan haar pink.
Die foto hebben we nog steeds.