De naam muis wordt gebruikt voor allerlei kleine zoogdieren, in het bijzonder de huismuis, maar ook vele andere soorten, vooral knaagdieren. Over het algemeen wordt de naam gebruikt voor kleinere dieren met een lange staart. Vleermuizen zijn geen muizen. Vleermuizen ook wel handvleugeligen genoemd zijn een ander soort zoogdieren die echt kunnen vliegen (in tegenstelling tot zweven).
Marinda hield niet van muizen. Ze was thuisgekomen toen iedereen nog weg was. Ze had schreeuwend onder de douche gestaan, zichzelf waar ze kon nog ingesmeerd en was in huiskamer met een kopje thee gaan zitten. Het was niet lang daarna dat het beestje zich had aangekondigd. Ze dacht eerst dat ze het verbeelde, maar toen ze ineens toch echt oog in oog stond met het hem is ze stampvoetend door de kamer gelopen. Het hielp niets.
Toen haar vader thuiskwam zat ze met haar walkman midden op de tafel. Ze moet een paar keer dezelfde pagina’s uit haar boek van Fay Weldon hebben gelezen uit pure frustratie. Ze zong keihard mee met iets van Shakespears Sister, maar het was niet haar dag. Ze kon het rationeel wel bedenken. Dat het beestje haar niets zou doen, maar Marinda vond ze eng omdat ze zo onverwachts verschenen – ritselde tussen de spouwmuren. Ze had ze wel eerder gehoord. Ze wilde het niet weten. Haar vader moest er iets aan doen, maar die hoorde nooit iets in dit huis.
Ik vind muizen niet zo erg. Maureen had het skelet van een muisje op haar altaars staan. Haar huis krioelde van de muizen. Ik dacht eerst dat het aan mij lag toen ik in de nacht wakker werd en langs de lijsten van het raam hele gezinnen zag langskomen. Ze had er niets van, maar die muizen hadden er ook niets aan. Maureen had alles in grote Tupperware bakken staan, Hagelslag, brood, fruit. Er viel niets te halen. De eerste keer dat ik in haar keuken stond dacht ik ook dat ze niets in huis had.
Buiten op het balkon hadden we samen onder een deken naar de vleermuizen gekeken. Ze gooide propjes in de lucht die werden gevangen en snel daarna weer werden losgelaten. ” Vleermuizen zijn geen muizen”, zei ze. “Oh, nee wat zijn het dan wel?”, vroeg ik. “Ze zijn een aparte groep zoogdieren, de enige zoogdieren die echt kunnen vliegen, wist je dat.”, zei ze. “Nee, dat wist ik niet.”, zei ik.
Marinda maakte het niet uit wat het was. Ze had er niets mee. Hele bollen schuren vol met krioelende beesten waren geen enkel probleem, maar niet in dit huis. Ze had er geen toestemming voor gegeven en ze had heel hard gegild.
Zo hard dat ze dacht dat ik het misschien wel had gehoord in Polen. Ze miste mij, in haar bed als het haar overviel. Veilig met mij want ik was niet bang voor muizen. Net als Maureen: “Echt niet!”