Tijd is het verschijnsel dat van een gebeurtenis gezegd kan worden dat na een andere gebeurtenis plaatsvindt. Een gebeurtenis vindt plaats op een tijdstip of moment. De tijd wordt wel gezien als een opeenvolging van tijdstippen. Daarnaast kan bepaald worden hoelang een gebeurtenis na een andere plaatsvindt. Het betreft dan de tijdsduur tussen twee tijdstippen. Tijd is het begrip waarmee deze volgorde en duur worden beschreven. Tijd kan na hoogte, breedte en lengte gezien worden als de vierde dimensie.
Marinda bestaat ook uit meerder dimensies of noem het lagen – momenten in tijd. Er is de twijfel, het onrustige, het kleine – dat wat onzeker is. Het stapt als eerste naar voren als er iets nieuws wordt ontdekt. Er is ook het strijdlustige toekomstgerichte. Dat trekt vaak de twijfel naar achteren en gaat beredeneren hoe het moet worden aangepakt. Dan is er nog de opstand. Dat is wat stampvoetend overal tegen in wil gaan. Als laatste is er de ondeugd dat alles wil doen dat niet mag – hopeloos nieuwsgierig is en alles durft te vragen.
Marinda heeft meer lagen zo als elke vrouw – eindeloos complex, maar deze herken ik inmiddels. Ze heeft mij opgepikt bij de bushalte. Na een hele lange dag van wachten. Op het moment dat ik uitstap duik ik op haar en kan ik niet meer genoeg van haar krijgen. Het ondeugende van haar houdt mij op afstand, blaast rook in mijn gezicht als ik haar wil zoenen en trekt zich terug. “Straks”, zegt ze.
De avond is te kort maar tijd met haar lijkt zo lang. We drinken wat, discussiëren. Onderwerpen die opvallen. Marinda is nieuwsgierig – ondeugend. Het vrijen met haar heeft van alles losgebroken. Het geeft een vrijbrief – vrijkaartje naar allerlei vragen. Wat ik voel en waarom, maar ook of ik mentaal in de hand kan houden wat er soms gebeurt – fysiek bij een man. Ik probeer alles zo eerlijk mogelijk te beantwoorden. Het ondeugende wordt gevoed. Ik hunker naar alles intussen dat zij is.
“Denken mannen altijd alleen maar aan een ding?”, vraagt ze. Hoe eerlijk ik ook wil zijn moet ik hier toch even ingrijpen. Ik moet het opnemen voor mannen in het algemeen. “Dat geloof ik niet. Wij hebben ook heus weleens andere gedachtes.”, zeg ik. Het is een zwak antwoord. Misschien komt het omdat ik op het moment maar een ding denk. “Hoe zit dat met vrouwen dan? Hoe zit dat met jou.”, vraag ik. Marinda kijkt me aan en knijpt een oog dicht. “Ja, constant, nu” zegt ze. “Het overvalt me soms op de meest gekke momenten.” Haar antwoord helpt niet echt af te koelen.
Waarom kunnen we niet ergens heen? We kunnen nergens heen, toch nu? De spanning in de kroeg is te snijden, bijna ondraagbaar. “Kom”, zegt ze. We rekenen af en stappen naar buiten – buiten ligt Hillegom.
Hillegom is in de vroege middeleeuwen ontstaan rond de Maartenskerk, het Hof van Hillegom en de Houttuin, ongeveer op de plek waar de Hillegommerbeek met de oostelijke strandwal kruist. De nederzetting bezat vóór 1120 een eigen kapel. De bewoners hielden zich aanvankelijk met akkerbouw en veeteelt bezig. In de zeventiende en achttiende eeuw zijn er vermeldingen van blekerijen, een leerlooierij en een kalkoven. In deze tijd werd de teelt van groenten, fruit en kruiden belangrijk. Dagelijks voeren schuiten naar de Amsterdamse en Leidse markt.
Lekker belangrijk, maar het helpt – ergens ander aan denken. Als ik in de bus zit terug naar huis mis ik Marinda al enorm en ben ik hopeloos gefrustreerd. We hebben in een steegje zo dicht tegen elkaar gehangen dat ik er bijna een puinhoop van maakte. Marinda moest lachen om hoe ik mij af en toe in toom wist te houden door even weg te lopen – een dansje te doen of te beginnen over sneeuw. Iets kouds helpt -beginnen over iets ijskouds.
Brrr.
Morgen op weg naar Polen.