Julius Caesar gebruikte in het oude Rome al geheimtaal. Hij verving elke letter in een tekst door een letter die een paar plaatsen verder in het alfabet stond. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden Navajo-indianen door het Amerikaanse leger ingezet om berichten uit te wisselen die de vijand veel moeilijker kon ontsluiten dan welke codering ook. Geheimtaal in een dagboek gebruiken is handig als je weet dat bijvoorbeeld een grote zus mee wil lezen…..
Marinda gebruikt een geheimtaal in haar schriftje. Het feit dat ik dat weet geeft al aan dat ik iets heb gedaan dat ik niet had moeten doen.
We zaten in de bus. Waarom we nou persé met de bus naar Leiden moesten is mij niet helemaal duidelijk. Ik was druk met mijn benen aan het wiebelen. Dat helpt als je niet misselijk wilt worden.
Marinda had in haar gesprek af en toe gekeken in haar schriftje – of dagboek. Ik heb dat niet – een dagboek, ik heb schriftjes. Ter referentie las ze en corrigeerde ze haar verhaal. Het ging over Elleke een vriendinnetje van haar en het was uit met haar vriendje en – nou ja, niet echt belangrijk. Toen vroeg ik haar: “Mag ik een keer in jouw schriftje lezen?” Marinda keek mij verbaasd aan. “Echt niet”, zei ze. “Mijn dagboek? Nee echt niet”
Ik vond het raar, ik had al meerdere keren iets voorgelezen uit mijn schriftje. Heus niet alles hoor en ook zeker niet al die ontboezemingen van mijn andere vriendinnetjes die nu openbaar zijn, maar wel wat dingen – hersenspinsels. Ik mocht het van Marinda niet lezen. Haar schrijfsels. Het was een teleurstelling.
In Leiden begonnen we met een ijsje dat ik al in 3 seconden op had en Marinda nog steeds mee droeg toen we al bijna bij het Burght van Leiden waren. Toen ze het eindelijk op had en mij een hand gaf zat ik voorgoed vastgeplakt aan haar ijshanden bedacht ik. Mooi zo.
We gingen nog wat drinken ergens in een cafe. Daar begon ik wat te tekenen op een bierviltje toen Marinda naar het toilet ging. Ze was net een verhaal geëindigd dat ook weer ondersteuning nodig had vanuit haar dagboekje. Het lag op tafel. Ik kon erbij. Dus ik heb even gebladerd.
Ik had het niet moeten doen. Dat was niet netjes. Marinda was voorbereid, ik kon het niet lezen. Helemaal niets. Geheimtaal.
Haar zus was een ware oorlog begonnen in huis nadat Marinda in haar dagboek was gaan schrijven in alle eerlijkheid. Toen was het schrijven zo ontstaan. Toen Edith haar kinderpsycholoog had gezegd dat ze maar dingen moest opschrijven. Maar niets was veilig in dat huis. Ruzie over dingen die Marinda nooit had gezegd maar wel had geschreven. Dingen die haar zus niet kon weten, alleen als ze het dagboek en haar teksten had gelezen. Ze had het meteen door.
Marinda stak er een stokje voor, zij was een taal virtuoos. Ze begon meteen haar eigen taal. Met een sleutel die alleen zij had. Abracadabra was het en onmogelijk te lezen. Het moet een extra laag hebben gelegd op de toch al gefrustreerde zus. En Marinda kon het boekje gewoon laten slingeren. Dat was nog frustrerender voor grote zussen. Goed gedaan hoor Marin.
“Het zou mooi zijn als mijn zus ook heel veel ijsjes zou eten”, zei Marinda. Toen we het hadden over grote zussen en ze haar ijsje at. “Als je niet eet, eet je op een gegeven moment jezelf op.” Ze had gelijk. Ik kon mij er niets bij voorstellen. Niet eten.
Simone en ik deden samen een dieet. Ik deed het om haar te steunen, het was heus wel nodig hoor. We groeide dicht. Ik werd er zo chagrijnig van – van niet eten – Simone stopte spontaan dingen in mijn mond. Het was niet te doen. Ik groeide meer dicht dan ooit.
Marinda zat op een muurtje bij de Burght van Leiden. Ik begon haar te zoenen. 3r 12 33N PL3k wAaR j3 j3 haNd kUN7 N33rl3993n AL2 23 HAAR b3n3N 5Lu17. DaAr KUn j3 r0ndJ32 DraA13n. dAAr WAAR 1372 aND3r2 b391N7 – WAcH73N – 707 J3 1372 V3RD3r mA9.
Niet zo moeilijk toch, ik moet het nog verbeteren, dit is een Facebook frats.
“Wat?”, zegt ze.
“Ben je daar?”, zeg ik.
“Ja”, zegt ze.
“Fijn”, zeg ik.
“Ja”, zegt ze.